Sunday, September 12, 2010
10 september 2010
Als we vertrekken regent het nog steeds en we hebben geen zin om bij het auto museum in de modder rond te gaan lopen, dus laten we het maar voor wat het is. Als we willen kunnen we altijd nog een keertje terug gaan op een andere tocht. We rijden via één van de binnenwegen naar Dalby. We stoppen ergens voor koffie en later in Dalby voor de lunch. De lucht is wel erg betrokken geweest, maar veel regen hebben we al rijdend gelukkig niet gehad.
We gaan door richting Toowoomba. Altijd een mooie rit als je de stad door bent en van de top van de range weer omloog moet, maar niet zonder gevaar. Doch, voordat we in Toowoomba zijn valt het water alweer bij stromen uit de lucht en we bellen Gerben om te vertellen dat we met zulk weer eigenlijk geen zin hebben om de volgende dag naar hem toe te komen. Als het regent is het geen pleziertje, maar ook zonder doen we het deze keer niet graag. We zitten nog met nat beddegoed dat met dit weer niet droogt en voor Frans is het ook geen grapje om de nacht weer door te brengen met een emmer boven zijn hoofd... Daarbij komt dat het na zulke regenbuien bij Gerben nog best modderig kan zijn en ik heb ook geen schoenen bij me voor zoiets.
Gerben vindt het geen ramp en we beloven hem weer een weekend te komen helpen als het beter weer is. We rijden dus door na eerst nog even een koffiestop te maken voorbij Toowoomba bij rustplaats James Hedges Park (nr. 615, S27 33 04, E152 07 09). Vlakbij Ipswich komen we in file terecht vanwege een ongeluk. Niet onverwacht met zulk slecht weer. Je kunt merken dat je weer in de beschaving terug bent!
Vandaar nemen we de tolwegen naar Bribie Island, want we willen niet al te laat aankomen en het rijdt makkelijker. Om half 7 zijn we thuis, maken ons avondmaaltje klaar en na het hoognodige uit de camper te hebben gehaald vallen we in een gemakkelijke stoel neer. Toch een fijne vakantie gehad, ook al viel het laatste gedeelte een beetje in het water.
English version
It's still raining when we leave and we don't feel like walking around in the mud at the car museum, so we give it a miss. There's always another time if we want to go and have a look. We travel via one of the country roads towards Dalby. We stop somewhere for morning tea and later in Dalby for lunch. It's still rather overcast, but fortunately we didn't get much rain while driving.
We push on towards Toowoomba. It's always a scenic drive when you come through town and drive down from the top of the range to the valley. However, long before we even reach Toowoomba it's bucketing down again, so we ring Kevin and tell him that we don't really feel like visiting next day in weather like this. It's no fun when it rains, but even then, we don't feel like it this time, because our bedding is still wet and Frank doesn't like the idea of sleeping under a bucket again... And then, in rain like this Kevin's land still gets quite muddy and we don't really have the right clothing or shoes for it either.
Kevin doesn't mind and we promise him to come another weekend to lend him a hand when the weather isn't so bad. So, we keep going after stopping for coffee just past Toowoomba at rest area James Hedges Park (nr. 615, S27 33 04, E152 07 09). Near Ipswich the traffic is backed up and it's very slow going because of an accident. Of course, this is to be expected in weather like this. It's nice to know you're back in civilisation!
From then on we take the toll roads to Bribie Island, because we don't want to arrive home too late and the travelling is a lot easier. We're home at 6:30pm, prepare dinner and after having collected the bare necessaties from the campervan we slump into a few easy chairs. It's been a terrific holiday after all even if it ended up a bit wet.
We gaan door richting Toowoomba. Altijd een mooie rit als je de stad door bent en van de top van de range weer omloog moet, maar niet zonder gevaar. Doch, voordat we in Toowoomba zijn valt het water alweer bij stromen uit de lucht en we bellen Gerben om te vertellen dat we met zulk weer eigenlijk geen zin hebben om de volgende dag naar hem toe te komen. Als het regent is het geen pleziertje, maar ook zonder doen we het deze keer niet graag. We zitten nog met nat beddegoed dat met dit weer niet droogt en voor Frans is het ook geen grapje om de nacht weer door te brengen met een emmer boven zijn hoofd... Daarbij komt dat het na zulke regenbuien bij Gerben nog best modderig kan zijn en ik heb ook geen schoenen bij me voor zoiets.
Gerben vindt het geen ramp en we beloven hem weer een weekend te komen helpen als het beter weer is. We rijden dus door na eerst nog even een koffiestop te maken voorbij Toowoomba bij rustplaats James Hedges Park (nr. 615, S27 33 04, E152 07 09). Vlakbij Ipswich komen we in file terecht vanwege een ongeluk. Niet onverwacht met zulk slecht weer. Je kunt merken dat je weer in de beschaving terug bent!
Vandaar nemen we de tolwegen naar Bribie Island, want we willen niet al te laat aankomen en het rijdt makkelijker. Om half 7 zijn we thuis, maken ons avondmaaltje klaar en na het hoognodige uit de camper te hebben gehaald vallen we in een gemakkelijke stoel neer. Toch een fijne vakantie gehad, ook al viel het laatste gedeelte een beetje in het water.
English version
It's still raining when we leave and we don't feel like walking around in the mud at the car museum, so we give it a miss. There's always another time if we want to go and have a look. We travel via one of the country roads towards Dalby. We stop somewhere for morning tea and later in Dalby for lunch. It's still rather overcast, but fortunately we didn't get much rain while driving.
We push on towards Toowoomba. It's always a scenic drive when you come through town and drive down from the top of the range to the valley. However, long before we even reach Toowoomba it's bucketing down again, so we ring Kevin and tell him that we don't really feel like visiting next day in weather like this. It's no fun when it rains, but even then, we don't feel like it this time, because our bedding is still wet and Frank doesn't like the idea of sleeping under a bucket again... And then, in rain like this Kevin's land still gets quite muddy and we don't really have the right clothing or shoes for it either.
Kevin doesn't mind and we promise him to come another weekend to lend him a hand when the weather isn't so bad. So, we keep going after stopping for coffee just past Toowoomba at rest area James Hedges Park (nr. 615, S27 33 04, E152 07 09). Near Ipswich the traffic is backed up and it's very slow going because of an accident. Of course, this is to be expected in weather like this. It's nice to know you're back in civilisation!
From then on we take the toll roads to Bribie Island, because we don't want to arrive home too late and the travelling is a lot easier. We're home at 6:30pm, prepare dinner and after having collected the bare necessaties from the campervan we slump into a few easy chairs. It's been a terrific holiday after all even if it ended up a bit wet.
9 september 2010
We zijn weer vroeg wakker en worden begroet door de butcherbirds, die al in volop in aktie zijn. Na douche, ontbijt en een paar stukjes wasgoed weggewerkt te hebben zijn we klaar. Precies om 8u staat Don klaar en gaat ons voor naar zijn museum, dat als prive museum zijn weerga niet kent, geloof ik. Wij zijn met een ietwat grotere groep vandaag, want drie echtparen van de nieuwkomers hebben zich ook bij ons aangesloten, evenals Wendy, Judy en Darryl. Nog nooit heb ik zo’n persoonlijke rondleiding in een museum ervaren. Wat fantastisch. Er is een heleboel lokale geschiedenis, maar ook algemene en Don vertelt ons er alles over. Ik zal een apart label aan maken voor dit museum net zoals voor het verhaal over de andere homestead en noem het: The Meadowbank Museum.
Opnieuw zijn we de hele ochtend zoet. Er is zo veel om in je op te nemen. Ik wilde maar dat de geschiedenislessen op school net zo interessant waren geweest, dan zou ik nooit zo’n slechte punten hebben gehaald. Maar goed, het werd tijd om op te stappen en dus zijn we na een kopje koffie maar eens in gaan pakken. De nieuw gearriveerden, waarmee we verder eigenlijk niet veel opgetrokken hebben, vertrokken voor ons met slechts een armzwaai, maar de overigen kwamen zelf naar ons toe om ons goedendag te zeggen en uit te zwaaien, gepaard gaande met een omhelzing en met een ‘hopelijk zien we elkaar nog eens terug’. Daarna vertrokken we echt en we zijn er zeker van dat we hier nog eens terug zullen komen en dan misschien wel voor een week, maar ik twijfel of we weer zo’n gezellige groep kampeerders tegen zullen komen. We kunnen er alleen maar op hopen.
Dan is het intussen al lang 11 uur geweest en we moeten nog terug naar Roma, want we hoorden dat we de winkel waar we eerst naar toe hadden gewild gemist hebben. Er waren twee dezelfde winkels en die met het briefje van “we zijn deze week gesloten” is al 4 jaar dicht! Deze keer vinden we het zonder problemen en mensenlief het is zowat ook een museum. Stadslui zouden haast jaloers worden op de bewoners van Roma. Ik geloof niet dat er iets is dat ze niet verkopen en we hadden echt een paar uur nodig om door alle gangpaden heen te komen. De ene helft van de winkel is alleen maar bevoorraad met stoffen. Je moest dit kunnen zien. Nou ja, ik heb een foto genomen en die is nog slechts van de helft van een van de gangpaden:
Je zou niet graag willen proberen een rol stof onder uit de stapel te moeten halen…. De tweede helft van de zaak is op zijn zachtst uitgedrukt heel interessant. Uiteindelijk komen we bij de kassa aan (ook voor een groot gedeelte verborgen onder stapels en stapels spullen en bonnetjes) waar ik afreken en je wilt niet graag weten wat me dat kostte. :-) Het meeste heb ik besteed aan stof met kleine ruitjes, allerlei soorten metalen kralen en ander klein spul voor mijn miniaturen en een paar handige huishoudelijk artikelen. En oh, wat krijg je een honger van dat winkelen. Tijd voor lunch en dan gaan we weer op pad. Deze keer nemen we dat een beetje meer serieus. We rijden in de richting van Glenmorgan voor een korte trip en de belofte van een auto museum. We weten nog niet of we echt wel geinteresseerd zijn in nog meer musea, maar we zullen we zien hoe we daar morgenvroeg over denken.
Tegen het eind van de middag komen we aan en vinden een plaatsje vlak bij het vroegere station (nr 593, S27 14 55, E149 40 34), dat gerestaureerd is en dienst doet als een toeristeninformatie centrum. Behalve de gewone informatie hangen er ook wat regels die vroeger golden voor de onderwijzers. Tjonge, ze wisten niet beter, maar wij zouden het er niet gemakkelijk mee hebben met zulke regels. Ik heb er foto's van genomen, maar de regels zijn dus wel in het Engels. Ze dateren uit resp. 1879 en 1915 (klik op de plaatjes om ze te vergroten):
We wandelen nog een eindje en komen net aan bij het auto museum als het begint te regenen. We keren dus maar om en zijn net weer terug bij de campervan als het water met bakken uit de hemel valt. Binnen de kortste keren is de ruimte rondom ons verandered in een modderbad. Jammergenoeg hebben we het lek niet kunnen vinden en repareren, dus Frans slaapt gedurende de nacht met een emmertje boven zijn bed. Ook mijn beddegoed is gedeeltelijk doornat geregend, omdat ik te laat was met het sluiten van de ramen. Nou ja, er zijn erger dingen in de wereld. Slapen doen we toch wel.
English version
We’re up again bright and early, greeted by the song of the butcherbirds. After a shower, breakfast and some work in the laundry we were ready. At 8am sharp Don is ready to take us on a tour of the museum. What an eye opener that is. We’re with a bigger group than usual, because 3 of the 4 couples that had arrived yesterday have joined us, as well as Wendy, Judy and Darryl. I have never experienced such a personal guided tour through a museum before. It’s just marvellous. There is a lot of local history as well as a large number of general items and Don tells us all about it. As for the story about the other homestead I will have captioned pictures under another label: The Meadowbank Museum.
Again it takes us nearly all morning to look at everything and there is so much to be taken in. I wish history lessons at school had been this interesting. I would never have nearly failed my exams!!! Anyway, we needed to be on our way so we had morning tea and then started packing up. The newcomers, with whom we hadn’t really acquainted ourselves, left before us with a wave of their arms, but the others came to say goodbye to us and with hugs and a ‘hope to see you again’ we hit the road. We’re sure we will be back one day, probably for a longer stay, but I doubt we’ll ever meet such nice bunch of people again. One can only hope…
By then it’s already past 11am and we still want to go back to Roma, because we heard that we had missed the shop we were after. There were two similar shops and the one with the note to say “we’re closed this week” has been closed for the past 4 years! This time we find it without a problem and oh boy, it’s nearly a museum in itself. City slickers would envy the people of Roma with such a store at hand. I don’t think there is anything they don’t sell, but it took us a good few hours to go through all the isles. One half of the shop was dedicated to fabric alone. You should have seen this. Oh well, this picture will give you an idea. It’s only half of one of the isles.
One wonders what one would do if one would want a roll of fabric all the way at the bottom… The second half of the shop is interesting to say the least. Eventually we reach the check out (snowed under with piles and piles of junk and dockets) where I pay my dues and you don’t want to know what I spent. Mostly on small checked fabric, metal beads of all sorts, and other small stuff for my miniatures, and a few handy household items. My oh my, how hungry one can get from shopping. Time for lunch, and then we hit the road again. This time in a more serious mood. We are heading for Glenmorgan. A short trip and the promise of a car museum. We don’t know if we are really interested in more museums, but we’ll see how we feel about it tomorrow morning.
Towards the end of the afternoon we arrive in Glenmorgan and find a spot near the Old Railway Station (nr 593, S27 14 55, E149 40 34), which has been restored and now functions as a tourist information centre. Besides the local information it shows some rules and regulations of the past for teachers amongst others. You wouldn't want to have been a teacher in those times, although they didn't know any different. I have taken a few pictures of some of the rules from resp. 1879 and 1915.
We go for a further walk and just get to the car museum when it starts to rain. We turn around and arrive back at the campervan just in time, because it starts pouring down and in no time the area around us is all muddy. Unfortunately we haven't been able to find or repair the leak, so Frank sleeps with a little bucket over his head during the night. My bedding is partially soaked as well, because I was too late closing the windows. Ah well, there are worse things in the world. We have a good sleep anyway.
Opnieuw zijn we de hele ochtend zoet. Er is zo veel om in je op te nemen. Ik wilde maar dat de geschiedenislessen op school net zo interessant waren geweest, dan zou ik nooit zo’n slechte punten hebben gehaald. Maar goed, het werd tijd om op te stappen en dus zijn we na een kopje koffie maar eens in gaan pakken. De nieuw gearriveerden, waarmee we verder eigenlijk niet veel opgetrokken hebben, vertrokken voor ons met slechts een armzwaai, maar de overigen kwamen zelf naar ons toe om ons goedendag te zeggen en uit te zwaaien, gepaard gaande met een omhelzing en met een ‘hopelijk zien we elkaar nog eens terug’. Daarna vertrokken we echt en we zijn er zeker van dat we hier nog eens terug zullen komen en dan misschien wel voor een week, maar ik twijfel of we weer zo’n gezellige groep kampeerders tegen zullen komen. We kunnen er alleen maar op hopen.
Dan is het intussen al lang 11 uur geweest en we moeten nog terug naar Roma, want we hoorden dat we de winkel waar we eerst naar toe hadden gewild gemist hebben. Er waren twee dezelfde winkels en die met het briefje van “we zijn deze week gesloten” is al 4 jaar dicht! Deze keer vinden we het zonder problemen en mensenlief het is zowat ook een museum. Stadslui zouden haast jaloers worden op de bewoners van Roma. Ik geloof niet dat er iets is dat ze niet verkopen en we hadden echt een paar uur nodig om door alle gangpaden heen te komen. De ene helft van de winkel is alleen maar bevoorraad met stoffen. Je moest dit kunnen zien. Nou ja, ik heb een foto genomen en die is nog slechts van de helft van een van de gangpaden:
Je zou niet graag willen proberen een rol stof onder uit de stapel te moeten halen…. De tweede helft van de zaak is op zijn zachtst uitgedrukt heel interessant. Uiteindelijk komen we bij de kassa aan (ook voor een groot gedeelte verborgen onder stapels en stapels spullen en bonnetjes) waar ik afreken en je wilt niet graag weten wat me dat kostte. :-) Het meeste heb ik besteed aan stof met kleine ruitjes, allerlei soorten metalen kralen en ander klein spul voor mijn miniaturen en een paar handige huishoudelijk artikelen. En oh, wat krijg je een honger van dat winkelen. Tijd voor lunch en dan gaan we weer op pad. Deze keer nemen we dat een beetje meer serieus. We rijden in de richting van Glenmorgan voor een korte trip en de belofte van een auto museum. We weten nog niet of we echt wel geinteresseerd zijn in nog meer musea, maar we zullen we zien hoe we daar morgenvroeg over denken.
Tegen het eind van de middag komen we aan en vinden een plaatsje vlak bij het vroegere station (nr 593, S27 14 55, E149 40 34), dat gerestaureerd is en dienst doet als een toeristeninformatie centrum. Behalve de gewone informatie hangen er ook wat regels die vroeger golden voor de onderwijzers. Tjonge, ze wisten niet beter, maar wij zouden het er niet gemakkelijk mee hebben met zulke regels. Ik heb er foto's van genomen, maar de regels zijn dus wel in het Engels. Ze dateren uit resp. 1879 en 1915 (klik op de plaatjes om ze te vergroten):
English version
We’re up again bright and early, greeted by the song of the butcherbirds. After a shower, breakfast and some work in the laundry we were ready. At 8am sharp Don is ready to take us on a tour of the museum. What an eye opener that is. We’re with a bigger group than usual, because 3 of the 4 couples that had arrived yesterday have joined us, as well as Wendy, Judy and Darryl. I have never experienced such a personal guided tour through a museum before. It’s just marvellous. There is a lot of local history as well as a large number of general items and Don tells us all about it. As for the story about the other homestead I will have captioned pictures under another label: The Meadowbank Museum.
Again it takes us nearly all morning to look at everything and there is so much to be taken in. I wish history lessons at school had been this interesting. I would never have nearly failed my exams!!! Anyway, we needed to be on our way so we had morning tea and then started packing up. The newcomers, with whom we hadn’t really acquainted ourselves, left before us with a wave of their arms, but the others came to say goodbye to us and with hugs and a ‘hope to see you again’ we hit the road. We’re sure we will be back one day, probably for a longer stay, but I doubt we’ll ever meet such nice bunch of people again. One can only hope…
By then it’s already past 11am and we still want to go back to Roma, because we heard that we had missed the shop we were after. There were two similar shops and the one with the note to say “we’re closed this week” has been closed for the past 4 years! This time we find it without a problem and oh boy, it’s nearly a museum in itself. City slickers would envy the people of Roma with such a store at hand. I don’t think there is anything they don’t sell, but it took us a good few hours to go through all the isles. One half of the shop was dedicated to fabric alone. You should have seen this. Oh well, this picture will give you an idea. It’s only half of one of the isles.
One wonders what one would do if one would want a roll of fabric all the way at the bottom… The second half of the shop is interesting to say the least. Eventually we reach the check out (snowed under with piles and piles of junk and dockets) where I pay my dues and you don’t want to know what I spent. Mostly on small checked fabric, metal beads of all sorts, and other small stuff for my miniatures, and a few handy household items. My oh my, how hungry one can get from shopping. Time for lunch, and then we hit the road again. This time in a more serious mood. We are heading for Glenmorgan. A short trip and the promise of a car museum. We don’t know if we are really interested in more museums, but we’ll see how we feel about it tomorrow morning.
Towards the end of the afternoon we arrive in Glenmorgan and find a spot near the Old Railway Station (nr 593, S27 14 55, E149 40 34), which has been restored and now functions as a tourist information centre. Besides the local information it shows some rules and regulations of the past for teachers amongst others. You wouldn't want to have been a teacher in those times, although they didn't know any different. I have taken a few pictures of some of the rules from resp. 1879 and 1915.
We go for a further walk and just get to the car museum when it starts to rain. We turn around and arrive back at the campervan just in time, because it starts pouring down and in no time the area around us is all muddy. Unfortunately we haven't been able to find or repair the leak, so Frank sleeps with a little bucket over his head during the night. My bedding is partially soaked as well, because I was too late closing the windows. Ah well, there are worse things in the world. We have a good sleep anyway.
8 september 2010
Vandaag zijn we, zoals gepland, de andere homestead wezen bezoeken. Het draagt de naam: Mt Abundance Homestead. Ik heb heel veel foto’s gemaakt en geprobeerd zoveel mogelijk van de geschiedenis ervan te onthouden zoals die werd verhaald door Don en Pat Tite, de eigenaars van de homestead sinds 1994. Ik wijd hier een apart hoofdstuk aan en houd dit als ons reisjournaal. Kijk naar de label: Mt Abundance.
We vertrokken vanmorgen om 8.30u met enkele mede kampeerders en keerden pas terug om een uur of 11. We hebben er dus een goede twee uur doorgebracht, gebonden door de geschiedenis ervan. Aangezien we toch slechts 7km buiten Roma waren besloten we om nog maar even de stad in te gaan en wat rond te kijken. Eerst snel even een kop koffie, dat we wel konden gebruiken na een hele ochtend luisteren. :-) Daarna zochten we de hoofdstraat op en hoopten de grote ‘general store’ te vinden waarvan we mochten verwachten, zoals men zei, van alles en nog wat te koop te vinden. Helaas, we vonden de winkel wel, maar er zat een briefje op de deur dat ons meedeelde dat de winkel voor de rest van de week gesloten zou zijn. Het zou me niets verwonderen dat dat nodig was om ruimte te vinden voor de nieuwe voorraad die gearriveerd was en in dozen die overvloeiden met allerhande artikelen in de, toch al nauwe, gangpaden stonden. Nou, dat was dat en nadat we nog wat boodschappen gedaan hadden zijn we maar een korte wandeling door de stad gaan maken. Er waren verscheidene straten met rijen flessebomen met daaronder een naamplaat voor iedere soldaat die tijdens de eerste Wereldoorlog gesneuveld was.
Nadat we onze wandeling beeindigd hadden zijn we naar onze camping bij de homestead teruggegaan en hadden wel trek in een hapje eten, waarna we een rustige middag doorbrachten in het zonnetje. Frans had zin in nog een wandeling langs de kreek om eens te gaan kijken of hij de oude spullen kon vinden waar men het eerder over had gehad. Niets bizonders, gewoon een reden voor een wandeling. Intussen heb ik aan mijn verhaal voor vandaag gewerkt en nog even een tukje gedaan. Nadat Frans weergekeerd was begon er weer wat leven te komen onder de mensen. Ian en Phyllis waren inmiddels vertrokken en ook arriveerden er weer nieuwe kampeerders. Peter gooide nog wat hout op het vuur, want zijn vrouw Jenny was van plan ‘damper’ en ‘scones’ te maken.
Wij waren ook uitgenodigd en genoten van de beboterde ‘damper’ en de ‘scones’ met slagroom en jam en natuurlijk ook het aangename gezelschap. Elaine en haar man Neville, die samen reizen met Peter en Jenny, waren natuurlijk ook van de partij. Zoals gewoonlijk werden er druk reiservaringen uitgewisseld en leerden we nog het een en ander. Tegen dat we klaar waren met onze maaltijd kwamen Wendy en Judy met zijn drieen terug. Ze hadden een echtgenoot achtergelaten in Roma. Het bleek dat Peter zich onwel voelde tijdens een wandeling door de stad en was in het ziekenhuis terecht gekomen. Enige tijd later hoorde Wendy dat hij naar Toowoomba gebracht zou worden door de Flying Doctor Service, want ze konden hier niet genoeg voor hem doen. Niemand was er zeker van wat hij mankeerde, maar men vermoedde hartproblemen. Zo kan een fijne vakantie plotseling omdraaien in heel wat anders en we hopen maar het beste voor hun.
Na de maaltijd en nadat Wendy vertrokken was om haar man van het nodige te voorzien kwam Don terug met een lading brandhout. Alle mannen hielpen hem bij het afladen en zo was de klus snel geklaard. Daarna rekenden wij af met Don en boekten nog een rondleiding in zijn museum voor morgenvroeg. Aangezien Frans zich tegen de avond ook niet zo erg lekker voelde (waarschijnlijk een kou die dwars zit) heben we de avond doorgebracht met het kijken naar ‘De Tudors’ en zijn op tijd naar bed gegaan na weer een heerlijke dag.
English version
We went to see the other homestead today as planned. The name of it is Mt Abundance Homestead. I have taken lots of pictures and have tried to remember as much as I could of the history as told by Don and Pat Tite, the owners of the homestead since 1994. I will prepare a separate posting about it and keep this the main travel journal. Just look for the label: Mt Abundance.
We left at 8.30am this morning with some fellow campers and didn’t return until approx 11am. So we spend a good 2 hours at the homestead, quite intrigued by its history. Then, as we were only 7km from Roma, we decided to go into town and have a look around. We first had a cup of coffee, much needed after listing all morning. Then we looked for the main street, expecting to go to a huge general store, where we were told they sold everything you could think of and then some. Alas, we found it alright, but there was a note on the door saying that they were closed for the rest of the week. I wouldn't be surprised if they needed to make more room for the new supplies that had come in, because rows and rows of cartons overflowing with goods were lining the already narrow isles. Well, that was the end of that and after shopping for groceries we went for a short walk through town. Some of the streets were lined with bottle trees all with a name on a plague for every soldier that had died during WWI.
After we finished our walk we returned to the campsite at the homestead and were ready for lunch after which we spent a quiet afternoon outside under the sun. Frank went for a long walk along the creek in search of a few old things that people had been talking about. Nothing special, just a reason to go for a walk. In the meantime I worked on today’s story and had a bit of a nap. After Frank returned the campsite started to stir. Ian and Phyllis had left and we saw a few new arrivals. Peter was putting more logs on the fire, because his wife Jenny was going to cook damper and scones for afternoon tea.
We were invited and enjoyed the buttered damper and the scones with jam and cream and also the good company. Elaine and husband Neville, who travel with Peter and Jenny, were of course also at the table. Of course we spend the time regaling stories of our travels and again learned a few more things. By the time we were finishing our meal Wendy and Judy came home minus one husband. It appeared that Peter, Wendy’s husband, had been feeling unwell while walking around in Roma and was taken to hospital. Some time later Wendy learned that he would be flown to Toowoomba by the Flying Doctor Service, because they couldn’t do enough for him here. Nobody was sure what was wrong with him, but heart problems were suspected. A joyous holiday can take a nasty turn unexpectedly and we are hoping for the best for this couple.
The meal over and Wendy seen off to bring her husband some personal belongings that he needed, Don came back with a load of timber for the various fire places. All men helped unload and the job was done in no time. After that we settled our dues with Don and booked a tour to his museum as well for tomorrow morning. As Frank wasn’t feeling to good (probably a cold coming on) we spent a quiet evening watching ‘The Tudors’ again and had an early night after another day well spent.
We vertrokken vanmorgen om 8.30u met enkele mede kampeerders en keerden pas terug om een uur of 11. We hebben er dus een goede twee uur doorgebracht, gebonden door de geschiedenis ervan. Aangezien we toch slechts 7km buiten Roma waren besloten we om nog maar even de stad in te gaan en wat rond te kijken. Eerst snel even een kop koffie, dat we wel konden gebruiken na een hele ochtend luisteren. :-) Daarna zochten we de hoofdstraat op en hoopten de grote ‘general store’ te vinden waarvan we mochten verwachten, zoals men zei, van alles en nog wat te koop te vinden. Helaas, we vonden de winkel wel, maar er zat een briefje op de deur dat ons meedeelde dat de winkel voor de rest van de week gesloten zou zijn. Het zou me niets verwonderen dat dat nodig was om ruimte te vinden voor de nieuwe voorraad die gearriveerd was en in dozen die overvloeiden met allerhande artikelen in de, toch al nauwe, gangpaden stonden. Nou, dat was dat en nadat we nog wat boodschappen gedaan hadden zijn we maar een korte wandeling door de stad gaan maken. Er waren verscheidene straten met rijen flessebomen met daaronder een naamplaat voor iedere soldaat die tijdens de eerste Wereldoorlog gesneuveld was.
Nadat we onze wandeling beeindigd hadden zijn we naar onze camping bij de homestead teruggegaan en hadden wel trek in een hapje eten, waarna we een rustige middag doorbrachten in het zonnetje. Frans had zin in nog een wandeling langs de kreek om eens te gaan kijken of hij de oude spullen kon vinden waar men het eerder over had gehad. Niets bizonders, gewoon een reden voor een wandeling. Intussen heb ik aan mijn verhaal voor vandaag gewerkt en nog even een tukje gedaan. Nadat Frans weergekeerd was begon er weer wat leven te komen onder de mensen. Ian en Phyllis waren inmiddels vertrokken en ook arriveerden er weer nieuwe kampeerders. Peter gooide nog wat hout op het vuur, want zijn vrouw Jenny was van plan ‘damper’ en ‘scones’ te maken.
Wij waren ook uitgenodigd en genoten van de beboterde ‘damper’ en de ‘scones’ met slagroom en jam en natuurlijk ook het aangename gezelschap. Elaine en haar man Neville, die samen reizen met Peter en Jenny, waren natuurlijk ook van de partij. Zoals gewoonlijk werden er druk reiservaringen uitgewisseld en leerden we nog het een en ander. Tegen dat we klaar waren met onze maaltijd kwamen Wendy en Judy met zijn drieen terug. Ze hadden een echtgenoot achtergelaten in Roma. Het bleek dat Peter zich onwel voelde tijdens een wandeling door de stad en was in het ziekenhuis terecht gekomen. Enige tijd later hoorde Wendy dat hij naar Toowoomba gebracht zou worden door de Flying Doctor Service, want ze konden hier niet genoeg voor hem doen. Niemand was er zeker van wat hij mankeerde, maar men vermoedde hartproblemen. Zo kan een fijne vakantie plotseling omdraaien in heel wat anders en we hopen maar het beste voor hun.
Na de maaltijd en nadat Wendy vertrokken was om haar man van het nodige te voorzien kwam Don terug met een lading brandhout. Alle mannen hielpen hem bij het afladen en zo was de klus snel geklaard. Daarna rekenden wij af met Don en boekten nog een rondleiding in zijn museum voor morgenvroeg. Aangezien Frans zich tegen de avond ook niet zo erg lekker voelde (waarschijnlijk een kou die dwars zit) heben we de avond doorgebracht met het kijken naar ‘De Tudors’ en zijn op tijd naar bed gegaan na weer een heerlijke dag.
English version
We went to see the other homestead today as planned. The name of it is Mt Abundance Homestead. I have taken lots of pictures and have tried to remember as much as I could of the history as told by Don and Pat Tite, the owners of the homestead since 1994. I will prepare a separate posting about it and keep this the main travel journal. Just look for the label: Mt Abundance.
We left at 8.30am this morning with some fellow campers and didn’t return until approx 11am. So we spend a good 2 hours at the homestead, quite intrigued by its history. Then, as we were only 7km from Roma, we decided to go into town and have a look around. We first had a cup of coffee, much needed after listing all morning. Then we looked for the main street, expecting to go to a huge general store, where we were told they sold everything you could think of and then some. Alas, we found it alright, but there was a note on the door saying that they were closed for the rest of the week. I wouldn't be surprised if they needed to make more room for the new supplies that had come in, because rows and rows of cartons overflowing with goods were lining the already narrow isles. Well, that was the end of that and after shopping for groceries we went for a short walk through town. Some of the streets were lined with bottle trees all with a name on a plague for every soldier that had died during WWI.
After we finished our walk we returned to the campsite at the homestead and were ready for lunch after which we spent a quiet afternoon outside under the sun. Frank went for a long walk along the creek in search of a few old things that people had been talking about. Nothing special, just a reason to go for a walk. In the meantime I worked on today’s story and had a bit of a nap. After Frank returned the campsite started to stir. Ian and Phyllis had left and we saw a few new arrivals. Peter was putting more logs on the fire, because his wife Jenny was going to cook damper and scones for afternoon tea.
We were invited and enjoyed the buttered damper and the scones with jam and cream and also the good company. Elaine and husband Neville, who travel with Peter and Jenny, were of course also at the table. Of course we spend the time regaling stories of our travels and again learned a few more things. By the time we were finishing our meal Wendy and Judy came home minus one husband. It appeared that Peter, Wendy’s husband, had been feeling unwell while walking around in Roma and was taken to hospital. Some time later Wendy learned that he would be flown to Toowoomba by the Flying Doctor Service, because they couldn’t do enough for him here. Nobody was sure what was wrong with him, but heart problems were suspected. A joyous holiday can take a nasty turn unexpectedly and we are hoping for the best for this couple.
The meal over and Wendy seen off to bring her husband some personal belongings that he needed, Don came back with a load of timber for the various fire places. All men helped unload and the job was done in no time. After that we settled our dues with Don and booked a tour to his museum as well for tomorrow morning. As Frank wasn’t feeling to good (probably a cold coming on) we spent a quiet evening watching ‘The Tudors’ again and had an early night after another day well spent.
Saturday, September 11, 2010
7 september 2010
We hadden weer een heel gezellige dag. We hadden een goede nachtrust genoten ook al stonden we langs de highway met passerende roadtrains gedurende de nacht en een spoorlijn dichtbij. De stopplaats had o.a. toiletten en heet water om te douchen dus begonnen we de ochtend met een verfrissende douche. Tijdens het ontbijt bespraken we onze plannen voor de rest van de week en besloten dat we geen haast hadden om naar huis te gaan. We hadden niet veel zin om op de huidige stopplaats te blijven staan, maar op de weg hierheen had ik een ‘farm stay’ gezien waar we mogelijk voor 1 of 2 nachten konden kamperen. We maakten de 30km terugtocht richting Roma and sloegen af naar de ‘homestead’. (Meadowbank ‘Museum’ Farm Stay, nr 648, S26 34 53, E148 40 44) Dat bleek een goede keuze te zijn geweest. Er waren al enkele caravans toen we aankwamen en we werden begroet door een al aanwezige kampeerder die ons zei maar een plekje te zoeken en het ons gemakkelijk te maken.
Er was stroom zowel als toiletten en douches voorhanden. Verder was alles zoals je op een farm kan verwachten. De heetwater ‘donkey’ voor de douches werd de hele dag voorzien van hout om het vuur gaande te houden. We hadden een heerlijk rustige morgen, want alle kampeerders waren naar de stad. Het was zo stil dat je niet alleen de vogels kon horen, maar je kon zelfs jezelf horen denken!
Misty zat gezellig naast ons in haar ren, maar werd op een gegeven moment belaagd door een vlucht brutale apostel vogels, die zo genoemd worden omdat ze vaak in groepen van ongeveer 12 te zien zijn.
Rond lunchtijd kwam iedereen weer opdagen en ook konden we nog een paar nieuwkomers begroeten. Het stel naast ons (Ian en Phillis uit Goondiwindi) verzamelden mooie stenen en Ian nam Frans mee naar de kreek om hem enkele mooie te tonen. Terwijl ik buiten wat zat te breien kwamen er twee dames (gezusters Wendy en Judy) gezellig even een praatje maken en bewonderden mijn handwerk. Aangezien we een paar dagen terug een lek hadden in de campervan waren mijn kantkloswerk en de beide kussens kletsnat geworden, dus die had ik buiten in de zon te drogen gelegd.
Toen ze dat zagen hadden we helemaal een gezamelijk onderwerp om over te praten, want zij waren ook echte knutselaarsters die van quilten en schilderen hielden. Later in de middag toen Frans en ik nog een wandeling gingen maken langs de kreek kwamen we in gesprek met nog andere kampeerders en die vertelden ons dat ze die ochtend naar een andere homestead waren geweest en daar een heel interessante paar uur hadden doorgebracht. Ze zeiden dat we dat beslist ook moesten doen, dus belde ik de eigenaar en arrangeerde een toer voor de volgende morgen. Don, de eigenaar, kwam trouwens ook nog even gezellig langs tijdens ‘happy hour’ toen we allemaal bij elkaar zaten voor een praatje. Hij had ook wat verhalen te vertellen en we hadden dus een gezellige afsluiting van de middag. Toen de zon onder ging en het weer behoorlijk koud begon te worden zijn we naar het kampvuur verhuisd. Ian roosterde marshmallows en na het eten (we hebben gewoon wat kliekjes opgewarmd vandaag omdat we toch het gebruik van de magnetron hadden) had iedereen wel een leuk verhaal of een grap te vertellen en uiteraard waren we allemaal nieuwsgierig waar iedereen vandaan kwam en naar toe ging. Zo rond het kampvuur hoor je de meest interessante dingen en leer je nogal eens wat over het rondtrekken door het land.
Al te snel was het al weer negen uur, de gebruikelijke tijd van kampeerders om een eindje aan de dag te breien, dus zijn we ook huiswaards gekeerd: Frans naar bed en ik nog even aan de laptop om mijn journaal voor vandaag bij te werken.
English version
Another pleasant day today. We slept fitfully, even though we were on the highway with road trains passing through all night and being close to the railway line. The rest stop had toilets and hot showers amongst other facilities, so we had a nice refreshing shower first up. While having breakfast we talked about our plans for the rest of the week and decided we weren’t in a hurry to go home. We didn’t want to stay at this place either, but I had seen a farm stay just before the current stop, where we possibly could stay for a night or two. We decided to make the 30km trip back towards Roma and turned into the road towards the homestead. (Meadowbank ‘Museum’ Farm Stay, nr 648, S26 34 53, E148 40 44)
This was to be an excellent choice. There were a few caravans parked on the grass near the homestead and we were greeted by a fellow camper who told us to find a spot and settle in. Power was also available, as were toilets and showers. Everything like it is to be expected on a farm. The hot water ‘donkey’ for the showers was fed all day with wood to keep the fire going. We had a pleasant and very quiet morning while all campers had gone to town. So quiet, you could hear the birds and most strange, you could hear yourself thinking!
Misty kept us company outside in her pen, but was suddenly threatened by a flight of apostle birds, aptly named because they travel mostly in groups of about 12.
Around lunch time everybody arrived back home and we also greeted a few new arrivals. The couple next to us, (Ian and Phillis from Goondiwindi) collected rocks and Ian took Frank to the creek nearby to show him the different rocks. When I was sitting outside doing some knitting two women (sisters Judy and Wendy) came over for a chat and admired my handiwork with the knitting needles. As we had had this leak in the camper the other day my bobbin lace work and both cushions had become soaking wet, so I had them out to dry. When they saw that too we really got into chatting about crafts, because they were real crafters too, quilting and painting they did. Later in the afternoon Frank and I went for a walk along the creek where we met up with other campers who had been to a nearby homestead this morning and had spent there an interesting two hours. Told us we should go and have a look too. So, I rang the owner of the property to arranged a tour for tomorrow morning. The owner, Don, came by later on during ‘happy hour’ when we were all sitting together and chatting. He had some stories to tell, which was quite pleasant.
When it got colder we all moved to the campfire. Ian brought out marshmallows to toast and after dinner (we had some quick and easy leftovers now we had the use of the microwave again) everybody had some interesting story, or a joke or two and most talk was where everyone came from and where they all were going to. The best time to learn some interesting things about travelling around the country. All too soon it was nine pm, the regular time it seems for campers to call it a day. So we turned homewards: Frank to bed and I finishing my journal for today.
Misty zat gezellig naast ons in haar ren, maar werd op een gegeven moment belaagd door een vlucht brutale apostel vogels, die zo genoemd worden omdat ze vaak in groepen van ongeveer 12 te zien zijn.
Rond lunchtijd kwam iedereen weer opdagen en ook konden we nog een paar nieuwkomers begroeten. Het stel naast ons (Ian en Phillis uit Goondiwindi) verzamelden mooie stenen en Ian nam Frans mee naar de kreek om hem enkele mooie te tonen. Terwijl ik buiten wat zat te breien kwamen er twee dames (gezusters Wendy en Judy) gezellig even een praatje maken en bewonderden mijn handwerk. Aangezien we een paar dagen terug een lek hadden in de campervan waren mijn kantkloswerk en de beide kussens kletsnat geworden, dus die had ik buiten in de zon te drogen gelegd.
Toen ze dat zagen hadden we helemaal een gezamelijk onderwerp om over te praten, want zij waren ook echte knutselaarsters die van quilten en schilderen hielden. Later in de middag toen Frans en ik nog een wandeling gingen maken langs de kreek kwamen we in gesprek met nog andere kampeerders en die vertelden ons dat ze die ochtend naar een andere homestead waren geweest en daar een heel interessante paar uur hadden doorgebracht. Ze zeiden dat we dat beslist ook moesten doen, dus belde ik de eigenaar en arrangeerde een toer voor de volgende morgen. Don, de eigenaar, kwam trouwens ook nog even gezellig langs tijdens ‘happy hour’ toen we allemaal bij elkaar zaten voor een praatje. Hij had ook wat verhalen te vertellen en we hadden dus een gezellige afsluiting van de middag. Toen de zon onder ging en het weer behoorlijk koud begon te worden zijn we naar het kampvuur verhuisd. Ian roosterde marshmallows en na het eten (we hebben gewoon wat kliekjes opgewarmd vandaag omdat we toch het gebruik van de magnetron hadden) had iedereen wel een leuk verhaal of een grap te vertellen en uiteraard waren we allemaal nieuwsgierig waar iedereen vandaan kwam en naar toe ging. Zo rond het kampvuur hoor je de meest interessante dingen en leer je nogal eens wat over het rondtrekken door het land.
Al te snel was het al weer negen uur, de gebruikelijke tijd van kampeerders om een eindje aan de dag te breien, dus zijn we ook huiswaards gekeerd: Frans naar bed en ik nog even aan de laptop om mijn journaal voor vandaag bij te werken.
English version
Another pleasant day today. We slept fitfully, even though we were on the highway with road trains passing through all night and being close to the railway line. The rest stop had toilets and hot showers amongst other facilities, so we had a nice refreshing shower first up. While having breakfast we talked about our plans for the rest of the week and decided we weren’t in a hurry to go home. We didn’t want to stay at this place either, but I had seen a farm stay just before the current stop, where we possibly could stay for a night or two. We decided to make the 30km trip back towards Roma and turned into the road towards the homestead. (Meadowbank ‘Museum’ Farm Stay, nr 648, S26 34 53, E148 40 44)
This was to be an excellent choice. There were a few caravans parked on the grass near the homestead and we were greeted by a fellow camper who told us to find a spot and settle in. Power was also available, as were toilets and showers. Everything like it is to be expected on a farm. The hot water ‘donkey’ for the showers was fed all day with wood to keep the fire going. We had a pleasant and very quiet morning while all campers had gone to town. So quiet, you could hear the birds and most strange, you could hear yourself thinking!
Misty kept us company outside in her pen, but was suddenly threatened by a flight of apostle birds, aptly named because they travel mostly in groups of about 12.
Around lunch time everybody arrived back home and we also greeted a few new arrivals. The couple next to us, (Ian and Phillis from Goondiwindi) collected rocks and Ian took Frank to the creek nearby to show him the different rocks. When I was sitting outside doing some knitting two women (sisters Judy and Wendy) came over for a chat and admired my handiwork with the knitting needles. As we had had this leak in the camper the other day my bobbin lace work and both cushions had become soaking wet, so I had them out to dry. When they saw that too we really got into chatting about crafts, because they were real crafters too, quilting and painting they did. Later in the afternoon Frank and I went for a walk along the creek where we met up with other campers who had been to a nearby homestead this morning and had spent there an interesting two hours. Told us we should go and have a look too. So, I rang the owner of the property to arranged a tour for tomorrow morning. The owner, Don, came by later on during ‘happy hour’ when we were all sitting together and chatting. He had some stories to tell, which was quite pleasant.
When it got colder we all moved to the campfire. Ian brought out marshmallows to toast and after dinner (we had some quick and easy leftovers now we had the use of the microwave again) everybody had some interesting story, or a joke or two and most talk was where everyone came from and where they all were going to. The best time to learn some interesting things about travelling around the country. All too soon it was nine pm, the regular time it seems for campers to call it a day. So we turned homewards: Frank to bed and I finishing my journal for today.
Monday, September 6, 2010
6 september 2010
Afgelopen nacht was het rustig en hebben we heerlijk geslapen. Het was door de regen een stuk afgekoeld, dus konden we weer onder de dekens. Vanmorgen onze gewone taken verricht en nog wat inkopen gedaaan, waarna we weer zijn vertrokken. Het plan was eigenlijk om tot Theodore te rijden, maar al voor Springsure bedachten we dat we eigenlijk wel naar Carnarvan Gorge wilden. Dat het er toch niet van zou komen konden we toen nog niet weten... We dronken een kopje koffie net voor Springsure bij de Virgin Rock Rest Area (nr. 424, S24 05 38, E148 05 49)
en namen de afslag Rolleston, om vandaar de Carnarvon Developmental Road te nemen richting Carnarvon National Park. Echter, bij Emerald stond al aangegeven dat we bij Rolleston water over de weg konden verwachten en dat klopte. Niet onverwacht, na de regen van de afgelopen dagen. Niet lang, maar wel veel! En wat bleek, het was precies de plek waar we ruim 10 jaar geleden ook door het water moesten. Ik heb deze keer geen foto kunnen nemen (want ik reed zelf), maar heb nog wel ergens de foto van toen. Alleen deden we de oversteek nu in tegenovergestelde richting en was het water niet zo hoog en snelstromend en was de oversteek een stukje korter. In het verleden was het met onze kleine Daewoo een heel stuk riskanter, dus nu waren we minder nerveus en brachten het er goed vanaf. We vroegen ons nu echter wel af of Carnarvon Gorge wel zo’n goed idee was, want de weg naar de Gorge is voor een groot deel grind en je hebt er een diepe oversteek waar bij het minst en geringste al water over de weg staat en het een stuk dieper is. Welnu, die beslissing hebben we niet hoeven te nemen, want op zo’n 40km afstand voor de afslag, net toen we lunchten langs de highway, realiseerden we ons dat we vergeten hadden de benzinestand te checken in Springsure en Rolleston en met wat er nog was zouden we niet de rit heen en terug naar de Gorge kunnen maken en dan nog doorrijden naar Injune. Het laatste zat er misschien nog niet eens meer in. Enfin, terwijl ik dit zit te typen rijden we de laatste 40km naar Injune en denkt Frans dat we het niet meer zullen halen. We kijken ook eens op de GPS waar het dichtstbijzijnde tankstation is en tegen die tijd zijn we er nog 27.9km vanaf. We checken even later nog eens en moeten dan nog 12.9km. We gaan aftellen... 7.5km... 3.5km… 2… op loopafstand… en ja, we halen het! Als we bij de pomp arriveren zit er nog welgeteld 3L diesel in de tank. Hoe krijgen we het voor elkaar??? En, wat een opluchting!!! Nou, we hebben ons lesje geleerd. Van nu af aan houden beiden een oogje op de brandstofmeter. Nadat we getankt hebben drinken we nog even een kop koffie om bij te komen en rijden dan verder naar Roma, waar we afslaan in de richting van Mitchell (westwaards). Bij Muckadilla Creek (nr 649, S26 35 06, E148 23 07)
vinden we een plekje voor de nacht bij het hotel. We maken een wandeling langs de highway om even de benen te strekken en als we terug komen beginnen we aan de maaltijd. We hebben lekker heel de dag zonnig weer gehad dus de rit was niet onplezierig, alhoewel het wel een stuk koeler is geworden nu. We brengen de avond door zoals gewoonlijk en denken nog niet aan de dag van morgen...
(Bij gebrek aan foto's vandaag een paar plaatjes van Google Earth - de foto van Rolleston moet ik nog opzoeken)
English version
We had a nice quiet night and slept fitfully. The rain had cooled down the atmosphere considerably so we kept under the blankets again. After our usual early morning chores and topping up of the pantry we left. The plan was to head for Theodore, but before we hit Springsure we changed our mind and wanted to go to Carnarvon Gorge. We didn’t know then that we would never made it to the Gorge… We had a cuppa just before Springsure at the Virgin Rock Rest Area (nr. 424, S24 05 38, E148 05 49) and took the turn off towards Rolleston to make for the Carnarvon Developmental Road leading to Carnarvon National Park. Already at Emerald we had noticed a warning sign that there would be water over the road near Rolleston. That wasn’t really unexpected after the rain we’d had the last days. Not long, but plenty. And to our surprise we discovered it was at the exact spot where we’d hit the same problem some 10 years ago. This time I haven’t been able to take pictures, because I was driving, but I should still have the pictures from back then. We happened to be going in the opposite direction then, the water level was higher, the stretch of water longer and it was very fast flowing. Back then the crossing was a lot riskier in our little Daewoo, so now we weren’t as nervous in our more powerful bus and we had no problem crossing safely at all. However, we started to wonder of the idea of going to Carnarvon Gorge was such a good one, because for a large part it’s a dirt road and before you enter the Gorge you have to pass a dip which almost always has water in it safe for the driest periods. Although, in the end we didn’t need to worry about it, because at roughly 40km before the turn off, when we had lunch along the highway, we realised that we had forgotten to check the fuel level in Springsure or Rolleston and with what was left we would be lucky to even get to Injune, let alone making the extra 100km roundtrip to the Gorge. Anyway, while I am typing this we are on the last 40km to Injune and Frank is worried that we’re not going to make it. By the time we search on the GPS for the nearest petrol station is still 27.9km away. We double-check again and then it’s 12.9km to go. We’re counting down… 7.5km… 3.5km… 2… within walking distance… and… yes, we make it! When we arrive at the pump there is just 3L of diesel in the tank. How did we do it??? And, what a relief!!! Well, we’ve learned our lesson. From now on we both keep a regular check on the petrol gauge. After filling up we have a quiet cuppa and then drive on to our next stop for the night. We’re too late now for the one we had in mind as an alternative to Carnarvon Gorge, so we keep going towards Roma and head for Mitchell in westerly direction. At Muckadilla Creek (nr 649, S26 35 06, E148 23 07) we find a stop for the night at the hotel. We go for a walk along the highway to stretch our legs and prepare dinner when we return. The sun has been out all day and it is quite pleasant again, albeit a lot cooler too. We spend the evening as usual and don’t worry about tomorrow…
(For lack of photographs today just a few pictures from Google Earth - the picture from Rolleston will follow later
(Bij gebrek aan foto's vandaag een paar plaatjes van Google Earth - de foto van Rolleston moet ik nog opzoeken)
English version
We had a nice quiet night and slept fitfully. The rain had cooled down the atmosphere considerably so we kept under the blankets again. After our usual early morning chores and topping up of the pantry we left. The plan was to head for Theodore, but before we hit Springsure we changed our mind and wanted to go to Carnarvon Gorge. We didn’t know then that we would never made it to the Gorge… We had a cuppa just before Springsure at the Virgin Rock Rest Area (nr. 424, S24 05 38, E148 05 49) and took the turn off towards Rolleston to make for the Carnarvon Developmental Road leading to Carnarvon National Park. Already at Emerald we had noticed a warning sign that there would be water over the road near Rolleston. That wasn’t really unexpected after the rain we’d had the last days. Not long, but plenty. And to our surprise we discovered it was at the exact spot where we’d hit the same problem some 10 years ago. This time I haven’t been able to take pictures, because I was driving, but I should still have the pictures from back then. We happened to be going in the opposite direction then, the water level was higher, the stretch of water longer and it was very fast flowing. Back then the crossing was a lot riskier in our little Daewoo, so now we weren’t as nervous in our more powerful bus and we had no problem crossing safely at all. However, we started to wonder of the idea of going to Carnarvon Gorge was such a good one, because for a large part it’s a dirt road and before you enter the Gorge you have to pass a dip which almost always has water in it safe for the driest periods. Although, in the end we didn’t need to worry about it, because at roughly 40km before the turn off, when we had lunch along the highway, we realised that we had forgotten to check the fuel level in Springsure or Rolleston and with what was left we would be lucky to even get to Injune, let alone making the extra 100km roundtrip to the Gorge. Anyway, while I am typing this we are on the last 40km to Injune and Frank is worried that we’re not going to make it. By the time we search on the GPS for the nearest petrol station is still 27.9km away. We double-check again and then it’s 12.9km to go. We’re counting down… 7.5km… 3.5km… 2… within walking distance… and… yes, we make it! When we arrive at the pump there is just 3L of diesel in the tank. How did we do it??? And, what a relief!!! Well, we’ve learned our lesson. From now on we both keep a regular check on the petrol gauge. After filling up we have a quiet cuppa and then drive on to our next stop for the night. We’re too late now for the one we had in mind as an alternative to Carnarvon Gorge, so we keep going towards Roma and head for Mitchell in westerly direction. At Muckadilla Creek (nr 649, S26 35 06, E148 23 07) we find a stop for the night at the hotel. We go for a walk along the highway to stretch our legs and prepare dinner when we return. The sun has been out all day and it is quite pleasant again, albeit a lot cooler too. We spend the evening as usual and don’t worry about tomorrow…
(For lack of photographs today just a few pictures from Google Earth - the picture from Rolleston will follow later
5 september 2010
Doordat ik veel gereden heb en ook nog eens vergeten was de batterijen op te laden heb ik gisteren (maandag 5 september) mijn journaal niet bijgewerkt. Het was overigens een rustige dag en er valt dan ook niet zo erg veel te vertellen. ’s-Nachts zijn we een tijd wakker geweest, omdat er veel ‘gezongen’ en geschreeuwd werd door jongelui die of aan de drugs waren, of teveel gedronken hadden. We hebben dus lekker lang uitgeslapen en er een echte zondagmorgen van gemaakt met uitgebreid ontbijt. Dat het vaderdag was waren we ons helemaal niet van bewust! Omdat het erg bewolkt was en het risico om nat te worden tijdens een wandeling door de stad te groot, zijn we naar de ‘gemfields’ gereden. Sapphire en Rubyvale (evenals Emerald dus allemaal namen van edelstenen) liggen niet zo ver van Emerald af, dus dat was een rit die best te doen was op een dag. Gelukkig was ik weer fit, dus heb ik weer plaatsgenomen achter het stuur. We hielden het uiteraard niet droog, maar erg veel regen hebben we ook niet gehad. Het was net om te doen. In Sapphire hebben we koffie gedronken (nr 332, S23 27 57, E147 43 13) en hebben wat rondgereden. Ook zo evenlater in Rubyvale, waar we ook uitgestapt zijn en een kijkje genomen hebben in een van de winkels waar ze edelstenen verkochten. Niet dat ik wat nodig had!!! Kijken is echter ook leuk. Het waren wel heel echte mijnstadjes, zo ongeveer als Lightning Ridge, waar individueleen een claim aanschaffen en gaan zoeken. Ook toeristen kunnen er ‘wassen’ of een zak ‘wash’ kopen. Het ‘wassen’ best aat uit het vullen met een ondiepe schaal met ‘wash’ (fijn zand en grind) die je dan met water bijvult en gaat wassen, dwz het fijnste spul dat bij het omroeren (zachtjes al draaiend schudden) omhoog komt drijven wordt eruit gegoten. Zo ga je door tot je op het laatst nog wat grover spul over hebt en hopelijk zit daar dan een edelsteen bij. Wij hadden dat al eens gedaan, dus beperkten we ons deze keer tot rondkijken. Evenzo met een rondleiding door een oude mijn. Er is genoeg bekijks en het viel ons op dat je in deze plaatsjes absoluut geen goedkeuring schijnt nodig te hebben van de gemeente om wat dan ook te bouwen. Ik wilde de mensen niet in verlegenheid brengen, maar een groot aantal bouwsels (het verdiende de naam van ‘huis’ niet eens) waren een foto waard geweest. Maar goed, dat is van oudsher zo ontstaan en is normaal voor deze regio. Vele mensen wonen er ook maar tijdelijk of een bepaalde tijd van het jaar en sommigen hebben nagenoeg geen bezittingen. Leven alleen maar voor de droom van het vinden van die ene....
Maar laat ik verder gaan. Na deze interessante rondrit zijn we teruggegaan naar Emerald en hebben een drankwinkel gezocht (ja, we willen nu eenmaal ons ‘natje’ en ons ‘droogje’ hebben op zijn tijd) en zijn even midden in de stad gestopt voor lunch. We hoopten dat de donkere wolken over zouden drijven, maar dat deden ze niet, dus een wandeling door de stad zat er niet in. We hoopten ons ‘oude’ plekje weer te kunnen bezetten bij de Botanical Gardens, iets wat ons na een tweede poging gelukte, omdat er toen een wagen weggereden was en de plek vrij kwam. BB (Boze Buurman) was daar echter niet zo happy mee en beklaagde zich dat we “steeds maar langs kwamen rijden” Nou ja, zijn probleem. We hebben de stoelen buiten gezet, en zijn heerlijk in het alsnog doorgekomen zonnetje gaan zitten. Ondanks de hitte heb ik zelfs nog kans gezien om het voorpand van een doopjurkje (in miniatuur) af te breien.
Tegen etenstijd trok het echter weer helemaal dicht en kwam er een koude wind opsteken, zodat we snel naar binnen zijn getogen. Net op tijd, want het begon te hozen vergezeld van weerlicht. Het is de verdere avond niet meer droog geworden. Nadat Stephan gebeld had voor Vaderdag belde ook Gerben op en tijdens het gesprek voede Frans letterlijk nattigheid. Bij nadere inspektie bleek dat we een flink lek hadden, recht boven zijn bed! Hij heeft er toen maar een emmertje onder gehangen en het is ons toch gelukt verder de boel droog te houden gedurende de nacht. Na het kijken van de DVD en het checken van email was er niet veel meer over van mijn batterij, dus heb ik het bijwerken van mijn journaal gelaten voor wat het was en ben ik met een mooi boek en een lekker glaasje naar bed gegaan.
English version
Since I’ve been doing a lot of the driving and had forgotten to recharge the batteries I haven’t been able to update my journal yesterday (Monday 5 September). Actually, it was a quiet day and not much to write about. We had a very short night, thanks to some yelling and ‘singing’ that was going on by some youth, either drunk or high on drugs. So we slept in and had a nice Sunday morning breakfast, not even realising it was Father’s Day! We decided against a walk through Emerald, because it was overcast and threatening with rain, so we drove to the gem fields instead. Sapphire and Rubyvale are within easy reach and since I felt fine again I drove the first bit. We encountered a bit of rain at first, but not too bad. We had morning tea in Sapphire (nr 332, S23 27 57, E147 43 13) and drove around a bit. Then we went on to Rubyvale for a bit more sightseeing and we stopped at one of the gem shops. Not that I needed anything, but I like window shopping. As could be expected, they’re real mining towns, roughly like Lightning Ridge, where you can stake your claim and go in search for gems. Of course, there is a tour through one of the mines and ‘washing’ for gems for the sake of tourists. We’ve done it before, so we skipped that bit and just had a bit of a sticky beak. Knowing they are real mining towns we shouldn’t have been surprised by the kind of dwellings we saw. They don’t deserve the name ‘houses’, because I am sure most of them didn’t adhere to council regulations or had never even had an original building plan. I didn’t want to embarrass the people, but it would have been great to get some pictures of some of the hovels. But then, that’s what a mining town like that is all about and that’s how they grew from nothing. Besides, there are people that don’t live there all year around and others that don’t care about personal belongings. They live only for one thing and that’s their dream: to find that elusive big one…
But, let’s not dwell on the mining towns. After this most interesting trip we returned to Emerald and went in search for a liquor shop (yes, we like our ‘drop’ from time to time) and stopped in the town centre for lunch, hoping that the clouds would disappear and we could go for a walk. Unfortunately that didn’t happen so we returned to the Botanical Gardens in the hope that we could take our ‘old’ spot again. We were lucky, only after a second drive by, when we saw a car leave. Frank went to say hello to our neighbour again, but he wasn’t very cordial and told him that he was distinctly unhappy about us driving past all the time. (Twice in all!!!) Okay, that’s his problem, not ours. We got our chairs and sat down under the awning in the late afternoon sun that had appeared in the sky. Even though it was hot and steamy I have managed to do some knitting and finished the front of a christening gown (in miniature).
Towards dinner time the clouds really started closing in again and a cold wind started blowing, so we disappeared inside. Just in time, because it started bucketing down and the sky was lit up from time to time. This lasted the whole night. After Stephen had rung Frank to wish him Happy Father’s Day and not until Kevin rang for the same reason Frank started to realise he was getting very wet. On closer inspection we discovered a serious leak over his bed! Never mind, we have managed to keep it dry with a bucket hanging from the curtain rods, so he could sleep without a problem. After we watched the DVD and after I had checked my email not much was left of my laptop battery, so I skipped updating my journal and went to bed with a good book and a glass of red.
Short impression of the gem fields:
Tegen etenstijd trok het echter weer helemaal dicht en kwam er een koude wind opsteken, zodat we snel naar binnen zijn getogen. Net op tijd, want het begon te hozen vergezeld van weerlicht. Het is de verdere avond niet meer droog geworden. Nadat Stephan gebeld had voor Vaderdag belde ook Gerben op en tijdens het gesprek voede Frans letterlijk nattigheid. Bij nadere inspektie bleek dat we een flink lek hadden, recht boven zijn bed! Hij heeft er toen maar een emmertje onder gehangen en het is ons toch gelukt verder de boel droog te houden gedurende de nacht. Na het kijken van de DVD en het checken van email was er niet veel meer over van mijn batterij, dus heb ik het bijwerken van mijn journaal gelaten voor wat het was en ben ik met een mooi boek en een lekker glaasje naar bed gegaan.
English version
Since I’ve been doing a lot of the driving and had forgotten to recharge the batteries I haven’t been able to update my journal yesterday (Monday 5 September). Actually, it was a quiet day and not much to write about. We had a very short night, thanks to some yelling and ‘singing’ that was going on by some youth, either drunk or high on drugs. So we slept in and had a nice Sunday morning breakfast, not even realising it was Father’s Day! We decided against a walk through Emerald, because it was overcast and threatening with rain, so we drove to the gem fields instead. Sapphire and Rubyvale are within easy reach and since I felt fine again I drove the first bit. We encountered a bit of rain at first, but not too bad. We had morning tea in Sapphire (nr 332, S23 27 57, E147 43 13) and drove around a bit. Then we went on to Rubyvale for a bit more sightseeing and we stopped at one of the gem shops. Not that I needed anything, but I like window shopping. As could be expected, they’re real mining towns, roughly like Lightning Ridge, where you can stake your claim and go in search for gems. Of course, there is a tour through one of the mines and ‘washing’ for gems for the sake of tourists. We’ve done it before, so we skipped that bit and just had a bit of a sticky beak. Knowing they are real mining towns we shouldn’t have been surprised by the kind of dwellings we saw. They don’t deserve the name ‘houses’, because I am sure most of them didn’t adhere to council regulations or had never even had an original building plan. I didn’t want to embarrass the people, but it would have been great to get some pictures of some of the hovels. But then, that’s what a mining town like that is all about and that’s how they grew from nothing. Besides, there are people that don’t live there all year around and others that don’t care about personal belongings. They live only for one thing and that’s their dream: to find that elusive big one…
But, let’s not dwell on the mining towns. After this most interesting trip we returned to Emerald and went in search for a liquor shop (yes, we like our ‘drop’ from time to time) and stopped in the town centre for lunch, hoping that the clouds would disappear and we could go for a walk. Unfortunately that didn’t happen so we returned to the Botanical Gardens in the hope that we could take our ‘old’ spot again. We were lucky, only after a second drive by, when we saw a car leave. Frank went to say hello to our neighbour again, but he wasn’t very cordial and told him that he was distinctly unhappy about us driving past all the time. (Twice in all!!!) Okay, that’s his problem, not ours. We got our chairs and sat down under the awning in the late afternoon sun that had appeared in the sky. Even though it was hot and steamy I have managed to do some knitting and finished the front of a christening gown (in miniature).
Towards dinner time the clouds really started closing in again and a cold wind started blowing, so we disappeared inside. Just in time, because it started bucketing down and the sky was lit up from time to time. This lasted the whole night. After Stephen had rung Frank to wish him Happy Father’s Day and not until Kevin rang for the same reason Frank started to realise he was getting very wet. On closer inspection we discovered a serious leak over his bed! Never mind, we have managed to keep it dry with a bucket hanging from the curtain rods, so he could sleep without a problem. After we watched the DVD and after I had checked my email not much was left of my laptop battery, so I skipped updating my journal and went to bed with a good book and a glass of red.
Saturday, September 4, 2010
4 september 2010
Na een nachtelijk buitje is het tegen de ochtend weer opgeklaard en worden we door het zonnetje begroet. Het is zulk lekker weer dat we besluiten om maar buiten te ontbijten. We nemen er ons gemak van, alhoewel we rekening moeten houden met een rit van 4 uur, want we willen naar Emerald gaan. Emerald ligt ten westen van Rockhampton en niet, zoals ik eerder vertelde, ten zuid-westen van Townsville.
We nemen de Scenic Highway via Emu Park. We zijn daar al eens eerder geweest en zagen toen tal van rood-staartige zwarte kaketoes, maar deze keer hebben we niet zoveel geluk. Waarschijnlijk is het daarvoor de verkeerde tijd van het jaar, want er zijn geen half rijpe denneappels waar ze zo dol op zijn. We drinken ons kopje koffie aan het water en maken nog even een korte strandwandeling. Frans ontdekt minuscule schelpjes waarvan ik meteen een handvol van verzamel voor mijn miniaturen.
Dan gaan we weer op weg naar Emerald via Rockhampton. Het is een lange, rechte weg, dus makkelijk te rijden. Je kan wel zien dat we weer het binnenland ingaan en nu echt wat meer landelijk, want we zien de eerste ‘road trains’, alhoewel nog niet de hele lange. We komen door Duaringa (nr. 321, S23 43 17, E149 40 20) waar we lunchen op een hele uitgestrekte stopplaats we al erg veel campers en caravans staan. We tanken en dan neem ik het stuur over voor het laatste stuk.
We komen laat in de middag in Emerald aan en het is er benauwd warm. We hebben onderweg al wat regen gehad, maar gelukkig is het op het moment nog droog. We halen wat boodschappen en ook koop ik een koel shirtje, want ik had eigenlijk niet echt op dit soort weer gerekend. Ik heb toch nog te warm spul bij me voor iets koeler weer. Om vier uur vinden we een stopplaats bij de Botanische Tuinen (nr. 329, S23 31 49, E148 09 59). We bellen de kinderen in Melbourne om een beetje bij te praten en daarna maken we nog even een korte wandeling in de Tuinen, maar niet voor lang, want binnen de kortste keren vallen de eerste druppels en niet lang erna komt de regen met bakken uit de hemel.
We spenderen de rest van de avond dus maar binnen en houden onszelf bezig tot het tijd is om naar bed te gaan.
English version
After a brief shower during the night the weather has cleared again and we are greeted by the sun. It’s such nice weather we decide to have breakfast outside. We’re taking it easy, although we have a 4 hour drive ahead of us today, because we want to head for Emerald to the west of Rockhampton and not south-west of Townsville as I mentioned in an earlier post.
We are taking the Scenic Highway via Emu Park. We’ve been there in the past and encountered the red-tailed black cockatoos, but we’re not so lucky this time. Probably the wrong time of the year, because there are no cones in the pine trees of which they are so fond. We have morning tea on the water anyway and go for a short beach walk. Frank discovers very tiny shells, so I collect a handful for my miniatures.
Then we’re on our way again, passing through Rockhampton on our way to Emerald. The drive is straightforward, one long stretch of road. You can tell we’re going inland again and are heading for the country. We see the first road trains, although not yet the real big ones. We pass through Duaringa (nr. 321, S23 43 17, E149 40 20) where we have lunch at a huge rest stop which we share with numerous other vehicles. We fill up with diesel and I take over the driving for the last stretch.
We arrive at Emerald late in the afternoon. It’s hot en steamy. We have had some rain on the way, but it’s dry for the moment. We do some groceries shopping and I buy myself a new shirt, because I hadn’t reckoned with this kind of weather. The ones I took with me are still for some cooler weather. At 4pm we find a spot at a rest stop near the Botanical Gardens (nr. 329, S23 31 49, E148 09 59). We ring the children in Melbourne to catch up with them and afterwards we go for a short walk to the Gardens, but not for long, because it starts spitting a bit and not before long it’s hosing down, so we spend the rest of the evening inside and keep ourselves occupied until it’s time to go to bed.
We nemen de Scenic Highway via Emu Park. We zijn daar al eens eerder geweest en zagen toen tal van rood-staartige zwarte kaketoes, maar deze keer hebben we niet zoveel geluk. Waarschijnlijk is het daarvoor de verkeerde tijd van het jaar, want er zijn geen half rijpe denneappels waar ze zo dol op zijn. We drinken ons kopje koffie aan het water en maken nog even een korte strandwandeling. Frans ontdekt minuscule schelpjes waarvan ik meteen een handvol van verzamel voor mijn miniaturen.
Dan gaan we weer op weg naar Emerald via Rockhampton. Het is een lange, rechte weg, dus makkelijk te rijden. Je kan wel zien dat we weer het binnenland ingaan en nu echt wat meer landelijk, want we zien de eerste ‘road trains’, alhoewel nog niet de hele lange. We komen door Duaringa (nr. 321, S23 43 17, E149 40 20) waar we lunchen op een hele uitgestrekte stopplaats we al erg veel campers en caravans staan. We tanken en dan neem ik het stuur over voor het laatste stuk.
We komen laat in de middag in Emerald aan en het is er benauwd warm. We hebben onderweg al wat regen gehad, maar gelukkig is het op het moment nog droog. We halen wat boodschappen en ook koop ik een koel shirtje, want ik had eigenlijk niet echt op dit soort weer gerekend. Ik heb toch nog te warm spul bij me voor iets koeler weer. Om vier uur vinden we een stopplaats bij de Botanische Tuinen (nr. 329, S23 31 49, E148 09 59). We bellen de kinderen in Melbourne om een beetje bij te praten en daarna maken we nog even een korte wandeling in de Tuinen, maar niet voor lang, want binnen de kortste keren vallen de eerste druppels en niet lang erna komt de regen met bakken uit de hemel.
We spenderen de rest van de avond dus maar binnen en houden onszelf bezig tot het tijd is om naar bed te gaan.
English version
After a brief shower during the night the weather has cleared again and we are greeted by the sun. It’s such nice weather we decide to have breakfast outside. We’re taking it easy, although we have a 4 hour drive ahead of us today, because we want to head for Emerald to the west of Rockhampton and not south-west of Townsville as I mentioned in an earlier post.
We are taking the Scenic Highway via Emu Park. We’ve been there in the past and encountered the red-tailed black cockatoos, but we’re not so lucky this time. Probably the wrong time of the year, because there are no cones in the pine trees of which they are so fond. We have morning tea on the water anyway and go for a short beach walk. Frank discovers very tiny shells, so I collect a handful for my miniatures.
Then we’re on our way again, passing through Rockhampton on our way to Emerald. The drive is straightforward, one long stretch of road. You can tell we’re going inland again and are heading for the country. We see the first road trains, although not yet the real big ones. We pass through Duaringa (nr. 321, S23 43 17, E149 40 20) where we have lunch at a huge rest stop which we share with numerous other vehicles. We fill up with diesel and I take over the driving for the last stretch.
We arrive at Emerald late in the afternoon. It’s hot en steamy. We have had some rain on the way, but it’s dry for the moment. We do some groceries shopping and I buy myself a new shirt, because I hadn’t reckoned with this kind of weather. The ones I took with me are still for some cooler weather. At 4pm we find a spot at a rest stop near the Botanical Gardens (nr. 329, S23 31 49, E148 09 59). We ring the children in Melbourne to catch up with them and afterwards we go for a short walk to the Gardens, but not for long, because it starts spitting a bit and not before long it’s hosing down, so we spend the rest of the evening inside and keep ourselves occupied until it’s time to go to bed.
3 september 2010
Goed geslapen, maar nog steeds geplaagd door hoofdpijn, dus desondanks kom ik vandaag niet tot veel aktiviteiten toe. Frans verricht eerst wat kleine werkzaamheden voor we vertrekken. De kattebak van Misty valt steeds om, omdat ze op de rand gaat zitten. Die wordt vastgezet aan de vloer, dus dat probleem is opgelost. Ook de nieuwe stoel aan de passagierskant zit niet goed vast. Een paar langere schroeven doen het en we voorkomen daarbij grotere problemen bij een eventuele aanrijding.
Dan vertrekken we. Het aantal caravans op de ruststop is al gehalveerd. De meeste vertrekken vrij vroeg. Wij om 9 uur. Ook voor ons aan de late kant. We stoppen voor koffie in Biloela (S24 23 59, E150 29 41) en voor lunch in Bouldercombe, even voorbij het mooie oude mijnplaatsje Mount Morgan, waar we in het verleden verscheidene keren overnacht hebben in een cabin op het caravan park. Dan krijgen we het mooiste gedeelte van de rit. De tocht leidt naar beneden met een veel-draaiende weg en het uitzicht is fantastisch. We kunnen kijken tot aan Rockhampton, en dat is nog heel wat kilometers te gaan.
Frans rijdt nog steeds, ik ben tot niet veel in staat. Op weg naar onze eindstop, Yeppoon, komen we door Rockhampton en passeren we de Tropic of Capricorn (Kreeftskeerkring?). We kunnen merken aan de temperatuur dat we nu toch echt een stuk noordelijker zitten. Even na lunchtijd arriveren we in Yeppoon alwaar we ons inboeken op de camping ‘Cool Waters’ (nr. 100, ong. S23 12 18, E150 47 20). Een mooie 4-sterren camping van ong. 150 acres mooi aangelegde gronden en gedeeltelijk ongerepte natuur. Het ligt zowel aan een meer als aan zee, dus water in overvloed. We gaan gezellig even buiten zitten en ook Misty is weer van de partij in haar ren. Ze is nu een beetje gewend en is vrij rustig.
Aangezien ik het raar vind dat mijn hoofdpijn nog niet weg is heb ik me bedacht dat ik misschien te weinig beweging heb met al dat zitten in de camper. We besluiten een strandwandeling te maken, al komen er wat donkere wolken aanzetten. Dat was een goede beslissing. We houden het droog en ik kom als herboren weer terug.
birds on the beach
We koken een hapje en kijken daarna naar nog een aflevering van ‘De Tudors’ en ook nog even naar de DVD van de walvissen. Zo kunnen we die gezellige dag nog een keertje beleven. Om 9 uur is het al helemaal stil, zoals gewoonlijk, dus duiken ook wij ons bed in.
English version
I have slept well, but my headache is still present, so I don’t expect to be very active today. Frank does some minor maintenance. Misty’s litter tray keeps falling over, because she insists on sitting on the edge, so he finds a way to attach it to the floor. Also the seat on the passenger’s side needs to be re-attached with longer screws. That done we can leave. The number of caravans around us has already halved in the meantime. Most people tend to leave early. We leave at 9am, which is a tat bit late for us too. We stop at Biloela (S24 23 59, E150 29 41) for morning tea and at Bouldercombe for lunch. Bouldercombe is just past Mt Morgan, a dainty old mining town where we have stayed in a cabin at the caravan park a few times in the past. Then we reach the most scenic part of our drive. A long road winds down to the valley and the view is fantastic. We can see all the way to Rockhampton, which is still quite a number of kilometres away. Frank is still doing the driving as I am still not feeling well. On our way to Yeppoon, our stop for the night, we pass through Rockhampton and also cross the Tropic of Capricorn. We definitely notice the difference in temperature up north. Just after lunch time we arrive at Yeppoon and book for the night into the caravan park ‘Cool Waters’ (nr. 100, approx. S23 12 18, E150 47 20). This beautiful 4-star caravan park of roughly 150 acres beautifully manicured gardens and natural surrounds is situated on a lake as well as close to the ocean. We install ourselves under the awning for a relaxing afternoon and Misty gets her spot in her pen. She is now getting used to it and no longer nervous like in the beginning. I am still mystified about my persistent headache and wonder if I have had enough exercise over the past few days. Sitting all day can’t be healthy, so we decided to go for a beach walk even though the sky is darkening with heavy clouds. We had the right idea. The rain holds off and I am feeling refreshed and the headache has disappeared. We cook our evening meal and afterwards watch ‘The Tudors’ and the whale watching DVD. It’s nice to experience that wonderful day again. At 9pm it’s gone quiet all around us, so we call it a day as well.
Dan vertrekken we. Het aantal caravans op de ruststop is al gehalveerd. De meeste vertrekken vrij vroeg. Wij om 9 uur. Ook voor ons aan de late kant. We stoppen voor koffie in Biloela (S24 23 59, E150 29 41) en voor lunch in Bouldercombe, even voorbij het mooie oude mijnplaatsje Mount Morgan, waar we in het verleden verscheidene keren overnacht hebben in een cabin op het caravan park. Dan krijgen we het mooiste gedeelte van de rit. De tocht leidt naar beneden met een veel-draaiende weg en het uitzicht is fantastisch. We kunnen kijken tot aan Rockhampton, en dat is nog heel wat kilometers te gaan.
Frans rijdt nog steeds, ik ben tot niet veel in staat. Op weg naar onze eindstop, Yeppoon, komen we door Rockhampton en passeren we de Tropic of Capricorn (Kreeftskeerkring?). We kunnen merken aan de temperatuur dat we nu toch echt een stuk noordelijker zitten. Even na lunchtijd arriveren we in Yeppoon alwaar we ons inboeken op de camping ‘Cool Waters’ (nr. 100, ong. S23 12 18, E150 47 20). Een mooie 4-sterren camping van ong. 150 acres mooi aangelegde gronden en gedeeltelijk ongerepte natuur. Het ligt zowel aan een meer als aan zee, dus water in overvloed. We gaan gezellig even buiten zitten en ook Misty is weer van de partij in haar ren. Ze is nu een beetje gewend en is vrij rustig.
Aangezien ik het raar vind dat mijn hoofdpijn nog niet weg is heb ik me bedacht dat ik misschien te weinig beweging heb met al dat zitten in de camper. We besluiten een strandwandeling te maken, al komen er wat donkere wolken aanzetten. Dat was een goede beslissing. We houden het droog en ik kom als herboren weer terug.
birds on the beach
English version
I have slept well, but my headache is still present, so I don’t expect to be very active today. Frank does some minor maintenance. Misty’s litter tray keeps falling over, because she insists on sitting on the edge, so he finds a way to attach it to the floor. Also the seat on the passenger’s side needs to be re-attached with longer screws. That done we can leave. The number of caravans around us has already halved in the meantime. Most people tend to leave early. We leave at 9am, which is a tat bit late for us too. We stop at Biloela (S24 23 59, E150 29 41) for morning tea and at Bouldercombe for lunch. Bouldercombe is just past Mt Morgan, a dainty old mining town where we have stayed in a cabin at the caravan park a few times in the past. Then we reach the most scenic part of our drive. A long road winds down to the valley and the view is fantastic. We can see all the way to Rockhampton, which is still quite a number of kilometres away. Frank is still doing the driving as I am still not feeling well. On our way to Yeppoon, our stop for the night, we pass through Rockhampton and also cross the Tropic of Capricorn. We definitely notice the difference in temperature up north. Just after lunch time we arrive at Yeppoon and book for the night into the caravan park ‘Cool Waters’ (nr. 100, approx. S23 12 18, E150 47 20). This beautiful 4-star caravan park of roughly 150 acres beautifully manicured gardens and natural surrounds is situated on a lake as well as close to the ocean. We install ourselves under the awning for a relaxing afternoon and Misty gets her spot in her pen. She is now getting used to it and no longer nervous like in the beginning. I am still mystified about my persistent headache and wonder if I have had enough exercise over the past few days. Sitting all day can’t be healthy, so we decided to go for a beach walk even though the sky is darkening with heavy clouds. We had the right idea. The rain holds off and I am feeling refreshed and the headache has disappeared. We cook our evening meal and afterwards watch ‘The Tudors’ and the whale watching DVD. It’s nice to experience that wonderful day again. At 9pm it’s gone quiet all around us, so we call it a day as well.
Thursday, September 2, 2010
2 september 2010
We hebben nogmaals een minder goede nacht achter de rug. Frans probeerde om Misty te verbannen naar het voorste gedeelte van de camper, maar de dame wist toch te ontsnappen. De hele nacht heeft ze doorgebracht met rond te springen over onze bedden van raam naar raam om alles buiten toch maar goed bij te houden. Als ik eindelijk op sta is mijn hoofdpijn er niet beter op geworden en dus lijkt het erop dat ik vandaag niet veel achter het stuur zal zitten. Gelukkig rijdt Frans graag, dus is het niet zo’n probleem. Het is trouwens weer een prettige rit. Het is fantastisch mooi weer en we hebben onze winterkleding dus maar voorgoed opgeborgen.. De zon staat aan een wolkeloze hemel. Het is september en de acacia’s staan in volle bloei. Best een paar foto’s waard. Het is een fantastisch gezicht zoals ze hier en daar met hun mooie gele kleur de velden met droog gras opsieren en in volle glorie lans de wegen staan.
Het is hier erg heuvelachtig en behalve een enkele caravan zie je niet veel verkeer op de weg. Ook geen grote trucks. Nu ik er over denk, de ‘grijze nomaden’ zijn volgens mij uit in grote getalen, want campers en caravans zijn eigenlijk het enige wat je hier ziet rijden.
We rijden door Mundubbera and Eidsvold. Het laatste is een gezellig landelijk stadje waar we onze boodschappen doen en waar we ons kopje koffie nuttigen aan de rand van een golf course. We nemen nog wat brandstof in en rijden richting Monto waar we een ‘dump station’ hopen te vinden waar we ons toilet kunnen legen. Helaas zijn de openbare toiletten in Eidsvold ook nog eens afgesloten dus voor een volgende noodstop zullen we naar een benzinestation moeten.
We kijken eens in onze ‘bijbel’ en daarin vinden we een dump station in Monto, dus dat is dat. Ons plan is om vandaag Biloela te bereiken, maar dat komt er niet van. Kort na Monto is het lunchtijd en we draaien een ruststop in een eindje van de weg af: Coominglah Range Rest Area (nr. 447; S24 47 36, E150 59 04). Aangezien we kort na 12 uur aankomen is het er nog lekker rustig en daarom lijkt het ons wel wat om hier te overnachten. Mijn hoofdpijn is intussen verdwenen, dus geen zorg meer daarover. We lunchen en dan gebeurt het: Caravan na caravan en camper na camper arriveert! Tegen een uur of vier is het zo druk dat mensen die dan nog arriveren moeite hebben om nog een vrij plaatsje te vinden. Daar gaat onze rust! Wel, dat hebben we dus snel door. Denk niet dat het een rustige plaats is, omdat het rond lunchtijd nog niet druk is. Nou ja, het is er gezellig en we vermaken ons best. Frans heeft zoals gewoonlijk zijn puzzelboek en ik kan zelfs wat gaan zitten knutselen. Ik ben een breiwerkje begonnen in 1:12, dus daar ben ik wel een tijdje zoet mee...
English version
Another one of those nights! Frank tried to ban Misty from the main body of the camper, but to no avail. She still manages to get through the barrier and joins us again, hopping from window to window and in doing so walking all over us and keeping us awake for a good part of the night. When I do wake up in the morning my headache is worse then ever, so I don’t think I’ll be doing a lot of driving today. Luckily Frank enjoys driving, so it’s not too bad. It’s quite an enjoyable drive again. The weather is just beautiful and we have now definitely packed away our jeans and jumpers. It’s September and the wattles are in full bloom. It’s worth a picture or two. They look magnificent in their yellow splendour dotted across the fields of dry grass and lining the roads. The countryside is hilly and the roads quiet for the occasional caravan. No big trucks. Come to think of it, the ‘grey nomads’ must be out in full force, because campers and caravans are just about the only traffic that we come across.
We drive through Mundubbera and Eidsvold. The latter is a pretty country town where we get some groceries and have our morning tea alongside the golf course. We top up fuel and head towards Monto where we hope to find a dump station for our toilet. Unfortunately the public toilets in Eidsvold were locked so the next sanitary stop will have to be at a petrol station.
We check our ‘bible’ and in Monto we should find a dump station, which we do. So that’s one thing less to worry about. Our plan is to reach Biloela today, but that isn’t going to happen. The first stop after Monto it’s time for lunch so we pull into a rest stop off the road: Coominglah Range Rest Area (nr. 447; S24 47 36, E150 59 04). As we have arrived shortly after midday it’s pretty quiet and therefore we decide to stop over for the night and have a relaxing day without too much driving. My headache has disappeared by then, so nothing to worry about. We have lunch and then it happens: Caravan after caravan and camper after camper arrives! By four o’clock it’s so busy that for new arrivals it’s hard to find another spot. So much for a bit of peace and quiet. We’ve learned that one quickly. Don’t judge a spot because it’s still quiet at lunch time. Anyway, it’s pleasant out here and we enjoy our day. Frank has taken out his crosswords book as usual and I can even do some craft work. I have started some knitting in 12th scale. That will keep me busy for a while…
We rijden door Mundubbera and Eidsvold. Het laatste is een gezellig landelijk stadje waar we onze boodschappen doen en waar we ons kopje koffie nuttigen aan de rand van een golf course. We nemen nog wat brandstof in en rijden richting Monto waar we een ‘dump station’ hopen te vinden waar we ons toilet kunnen legen. Helaas zijn de openbare toiletten in Eidsvold ook nog eens afgesloten dus voor een volgende noodstop zullen we naar een benzinestation moeten.
We kijken eens in onze ‘bijbel’ en daarin vinden we een dump station in Monto, dus dat is dat. Ons plan is om vandaag Biloela te bereiken, maar dat komt er niet van. Kort na Monto is het lunchtijd en we draaien een ruststop in een eindje van de weg af: Coominglah Range Rest Area (nr. 447; S24 47 36, E150 59 04). Aangezien we kort na 12 uur aankomen is het er nog lekker rustig en daarom lijkt het ons wel wat om hier te overnachten. Mijn hoofdpijn is intussen verdwenen, dus geen zorg meer daarover. We lunchen en dan gebeurt het: Caravan na caravan en camper na camper arriveert! Tegen een uur of vier is het zo druk dat mensen die dan nog arriveren moeite hebben om nog een vrij plaatsje te vinden. Daar gaat onze rust! Wel, dat hebben we dus snel door. Denk niet dat het een rustige plaats is, omdat het rond lunchtijd nog niet druk is. Nou ja, het is er gezellig en we vermaken ons best. Frans heeft zoals gewoonlijk zijn puzzelboek en ik kan zelfs wat gaan zitten knutselen. Ik ben een breiwerkje begonnen in 1:12, dus daar ben ik wel een tijdje zoet mee...
English version
Another one of those nights! Frank tried to ban Misty from the main body of the camper, but to no avail. She still manages to get through the barrier and joins us again, hopping from window to window and in doing so walking all over us and keeping us awake for a good part of the night. When I do wake up in the morning my headache is worse then ever, so I don’t think I’ll be doing a lot of driving today. Luckily Frank enjoys driving, so it’s not too bad. It’s quite an enjoyable drive again. The weather is just beautiful and we have now definitely packed away our jeans and jumpers. It’s September and the wattles are in full bloom. It’s worth a picture or two. They look magnificent in their yellow splendour dotted across the fields of dry grass and lining the roads. The countryside is hilly and the roads quiet for the occasional caravan. No big trucks. Come to think of it, the ‘grey nomads’ must be out in full force, because campers and caravans are just about the only traffic that we come across.
We drive through Mundubbera and Eidsvold. The latter is a pretty country town where we get some groceries and have our morning tea alongside the golf course. We top up fuel and head towards Monto where we hope to find a dump station for our toilet. Unfortunately the public toilets in Eidsvold were locked so the next sanitary stop will have to be at a petrol station.
We check our ‘bible’ and in Monto we should find a dump station, which we do. So that’s one thing less to worry about. Our plan is to reach Biloela today, but that isn’t going to happen. The first stop after Monto it’s time for lunch so we pull into a rest stop off the road: Coominglah Range Rest Area (nr. 447; S24 47 36, E150 59 04). As we have arrived shortly after midday it’s pretty quiet and therefore we decide to stop over for the night and have a relaxing day without too much driving. My headache has disappeared by then, so nothing to worry about. We have lunch and then it happens: Caravan after caravan and camper after camper arrives! By four o’clock it’s so busy that for new arrivals it’s hard to find another spot. So much for a bit of peace and quiet. We’ve learned that one quickly. Don’t judge a spot because it’s still quiet at lunch time. Anyway, it’s pleasant out here and we enjoy our day. Frank has taken out his crosswords book as usual and I can even do some craft work. I have started some knitting in 12th scale. That will keep me busy for a while…
1 september 2010
Voor ik mij journaal voor vandaag begin even nog een paar foto’s van gisteren. De eerste is van Misty zoals ze gewoonlijk op het dashboard voor het raam naar buiten zit te kijken.
Ze houdt graag alles bij. En als ik dan toch foto’s aan het maken ben... Nog eentje van de camper. Frans zit op zijn laptop de foto’s van de dag te bekijken.
En dan nu verder met de posting van vandaag:
Het is woensdag vandaag en we rijden weer verder. Stel je verwachtingen echter niet hoog vandaag, want Frans heeft slecht geslapen (Misty hield hem heel de nacht wakker) en bij mij kwam na het ontbijt de hoofdpijn weer eens opzetten (Hoofdpijn en ik zijn sinds ik klein was vrij constante makkers geweest).
Maar goed, we laten ons niet kisten en na een frisse douche om goed wakker te worden gaan we op weg. We besluiten weer een beetje het binnenland in te gaan terwijl we in noordelijke richting blijven reizen. Eerst rijden we een rustige binnenweg, vandaar via de Bruce Highway naar Childers en dan nemen we de minder drukke Burnett Highway. Langs zulke minder belangrijke hoofdwegen vind je niet zoveel rustplaatsen, dus stoppen we ergens halverweg gewoon op een vlak stuk grind langs de weg en drinken daar ons kopje koffie. Daarna gaat het door via Biggenden en Gayndah tot we even later onze geplande ruststop hebben gevonden voor de nacht: Claude Wharton Weir (nr 460; S25 36 48, E151 35 36). Vandaag hebben we slechts drie uur gereden. Meer dan genoeg. We hebben geen haast.
Het is overigens een mooie rit. We zien nog enkele ananasplantages en ook rijden we al heel veel tussen het suikerriet door, dat deze tijd van het jaar al vrij hoog staat en je op die manier een groot gedeelte van het uitzicht beneemt. Dat kan heel verschillend zijn, want het ligt er aan welke tijd van het jaar je hier rijdt. Als de velden kaal zijn lijkt het natuurlijk allemaal veel ruimtelijker en vroeger was het geen pretje om te rijden als er geoogst was, want dan werd dat wat nog op de velden stond verbrand en reed je kilometers door een rookgordijn. Gelukkig is die methode verleden tijd en worden de restanten vergaard en verkocht als ‘mulch’.
De ruststop is niet onplezierig en ligt weer aan het water. Het is er redelijk rustig en het is ook geen grote plaats. Veel caravans en campers stoppen er, maar zien dat er geen plaats meer is, dus rijden weer door. Het lijkt erop dat het een populaire plek is, bekend bij de vele ‘grijze nomaden’.
Het is nog steeds lekker weer. De zon schijnt en we hebben ons onder de markies geinstalleerd in korte broek en T-shirt. Na de lunch rusten we een beetje en luieren ook gedurende de rest van de middag.
English version
Before I start today’s journal I have a few more pictures from yesterday to show. The first one is of Misty. She likes to station herself on the dashboard and to keep an eye on what’s going on around her. Since I am taking pictures anyway, here is another one for good measure. Frank in front of the camper checking out today’s pictures. Next follows today’s posting:
Wednesday, and we are on our merry way again. Don’t expect a lot of excitement today. Frank had a bad night, because dear Misty kept him awake all night long and I developed a headache shortly after breakfast. (Headaches have been my frequent companions since childhood)
Anyway, not daunted by all that, we go for a shower to freshen up and are on our way. We decide to go back inland a bit and keep travelling north. First via a quiet country road, then to Childers via the Bruce Highway and left again via one of the minor highways: The Burnett Highway. As you don’t find the usual rest stops or picnic areas along those kinds of highways we stop on a bit of levelled out gravel along the road and have our morning tea. We pass through Biggenden and Gayndah and shortly after we find our designated rest stop for the night: Claude Wharton Weir (nr 460; S25 36 48, E151 35 36). We’ve only been on the road for three hours today, which is more then enough. We’re not in a hurry to get somewhere.
All in all it’s a pleasant drive. We see a few more pineapple plantations and plenty of sugarcane which has grown quite high this time of the year and limits our view. Naturally it depends very much what time of the year you drive past those fields. When they’re bare one can see for miles. Luckily burning off is no longer practiced. In the past the fields were burned off and caused a curtain of smoke. Nowadays what is left of the sugarcane after harvesting is collected and sold as mulch.
The rest stop is not an unpleasant spot on the water again and reasonably quiet. It’s not a big place either and lots of caravans and campers stop over only to find there’s no room for them. So it seems to be quite a popular spot that many of the grey nomads seem to be familiar with.
The weather is still fine. The sun is out and we’ve installed ourselves again underneath the awning in shorts and T-shirts. After lunch we have a bit of a rest and while the afternoon away.
Het is woensdag vandaag en we rijden weer verder. Stel je verwachtingen echter niet hoog vandaag, want Frans heeft slecht geslapen (Misty hield hem heel de nacht wakker) en bij mij kwam na het ontbijt de hoofdpijn weer eens opzetten (Hoofdpijn en ik zijn sinds ik klein was vrij constante makkers geweest).
Maar goed, we laten ons niet kisten en na een frisse douche om goed wakker te worden gaan we op weg. We besluiten weer een beetje het binnenland in te gaan terwijl we in noordelijke richting blijven reizen. Eerst rijden we een rustige binnenweg, vandaar via de Bruce Highway naar Childers en dan nemen we de minder drukke Burnett Highway. Langs zulke minder belangrijke hoofdwegen vind je niet zoveel rustplaatsen, dus stoppen we ergens halverweg gewoon op een vlak stuk grind langs de weg en drinken daar ons kopje koffie. Daarna gaat het door via Biggenden en Gayndah tot we even later onze geplande ruststop hebben gevonden voor de nacht: Claude Wharton Weir (nr 460; S25 36 48, E151 35 36). Vandaag hebben we slechts drie uur gereden. Meer dan genoeg. We hebben geen haast.
Het is overigens een mooie rit. We zien nog enkele ananasplantages en ook rijden we al heel veel tussen het suikerriet door, dat deze tijd van het jaar al vrij hoog staat en je op die manier een groot gedeelte van het uitzicht beneemt. Dat kan heel verschillend zijn, want het ligt er aan welke tijd van het jaar je hier rijdt. Als de velden kaal zijn lijkt het natuurlijk allemaal veel ruimtelijker en vroeger was het geen pretje om te rijden als er geoogst was, want dan werd dat wat nog op de velden stond verbrand en reed je kilometers door een rookgordijn. Gelukkig is die methode verleden tijd en worden de restanten vergaard en verkocht als ‘mulch’.
De ruststop is niet onplezierig en ligt weer aan het water. Het is er redelijk rustig en het is ook geen grote plaats. Veel caravans en campers stoppen er, maar zien dat er geen plaats meer is, dus rijden weer door. Het lijkt erop dat het een populaire plek is, bekend bij de vele ‘grijze nomaden’.
Het is nog steeds lekker weer. De zon schijnt en we hebben ons onder de markies geinstalleerd in korte broek en T-shirt. Na de lunch rusten we een beetje en luieren ook gedurende de rest van de middag.
English version
Before I start today’s journal I have a few more pictures from yesterday to show. The first one is of Misty. She likes to station herself on the dashboard and to keep an eye on what’s going on around her. Since I am taking pictures anyway, here is another one for good measure. Frank in front of the camper checking out today’s pictures. Next follows today’s posting:
Wednesday, and we are on our merry way again. Don’t expect a lot of excitement today. Frank had a bad night, because dear Misty kept him awake all night long and I developed a headache shortly after breakfast. (Headaches have been my frequent companions since childhood)
Anyway, not daunted by all that, we go for a shower to freshen up and are on our way. We decide to go back inland a bit and keep travelling north. First via a quiet country road, then to Childers via the Bruce Highway and left again via one of the minor highways: The Burnett Highway. As you don’t find the usual rest stops or picnic areas along those kinds of highways we stop on a bit of levelled out gravel along the road and have our morning tea. We pass through Biggenden and Gayndah and shortly after we find our designated rest stop for the night: Claude Wharton Weir (nr 460; S25 36 48, E151 35 36). We’ve only been on the road for three hours today, which is more then enough. We’re not in a hurry to get somewhere.
All in all it’s a pleasant drive. We see a few more pineapple plantations and plenty of sugarcane which has grown quite high this time of the year and limits our view. Naturally it depends very much what time of the year you drive past those fields. When they’re bare one can see for miles. Luckily burning off is no longer practiced. In the past the fields were burned off and caused a curtain of smoke. Nowadays what is left of the sugarcane after harvesting is collected and sold as mulch.
The rest stop is not an unpleasant spot on the water again and reasonably quiet. It’s not a big place either and lots of caravans and campers stop over only to find there’s no room for them. So it seems to be quite a popular spot that many of the grey nomads seem to be familiar with.
The weather is still fine. The sun is out and we’ve installed ourselves again underneath the awning in shorts and T-shirts. After lunch we have a bit of a rest and while the afternoon away.
Subscribe to:
Posts (Atom)