Monday, September 6, 2010

6 september 2010

Afgelopen nacht was het rustig en hebben we heerlijk geslapen. Het was door de regen een stuk afgekoeld, dus konden we weer onder de dekens. Vanmorgen onze gewone taken verricht en nog wat inkopen gedaaan, waarna we weer zijn vertrokken. Het plan was eigenlijk om tot Theodore te rijden, maar al voor Springsure bedachten we dat we eigenlijk wel naar Carnarvan Gorge wilden. Dat het er toch niet van zou komen konden we toen nog niet weten... We dronken een kopje koffie net voor Springsure bij de Virgin Rock Rest Area (nr. 424, S24 05 38, E148 05 49)



en namen de afslag Rolleston, om vandaar de Carnarvon Developmental Road te nemen richting Carnarvon National Park. Echter, bij Emerald stond al aangegeven dat we bij Rolleston water over de weg konden verwachten en dat klopte. Niet onverwacht, na de regen van de afgelopen dagen. Niet lang, maar wel veel! En wat bleek, het was precies de plek waar we ruim 10 jaar geleden ook door het water moesten. Ik heb deze keer geen foto kunnen nemen (want ik reed zelf), maar heb nog wel ergens de foto van toen. Alleen deden we de oversteek nu in tegenovergestelde richting en was het water niet zo hoog en snelstromend en was de oversteek een stukje korter. In het verleden was het met onze kleine Daewoo een heel stuk riskanter, dus nu waren we minder nerveus en brachten het er goed vanaf. We vroegen ons nu echter wel af of Carnarvon Gorge wel zo’n goed idee was, want de weg naar de Gorge is voor een groot deel grind en je hebt er een diepe oversteek waar bij het minst en geringste al water over de weg staat en het een stuk dieper is. Welnu, die beslissing hebben we niet hoeven te nemen, want op zo’n 40km afstand voor de afslag, net toen we lunchten langs de highway, realiseerden we ons dat we vergeten hadden de benzinestand te checken in Springsure en Rolleston en met wat er nog was zouden we niet de rit heen en terug naar de Gorge kunnen maken en dan nog doorrijden naar Injune. Het laatste zat er misschien nog niet eens meer in. Enfin, terwijl ik dit zit te typen rijden we de laatste 40km naar Injune en denkt Frans dat we het niet meer zullen halen. We kijken ook eens op de GPS waar het dichtstbijzijnde tankstation is en tegen die tijd zijn we er nog 27.9km vanaf. We checken even later nog eens en moeten dan nog 12.9km. We gaan aftellen... 7.5km... 3.5km… 2… op loopafstand… en ja, we halen het! Als we bij de pomp arriveren zit er nog welgeteld 3L diesel in de tank. Hoe krijgen we het voor elkaar??? En, wat een opluchting!!! Nou, we hebben ons lesje geleerd. Van nu af aan houden beiden een oogje op de brandstofmeter. Nadat we getankt hebben drinken we nog even een kop koffie om bij te komen en rijden dan verder naar Roma, waar we afslaan in de richting van Mitchell (westwaards). Bij Muckadilla Creek (nr 649, S26 35 06, E148 23 07)



vinden we een plekje voor de nacht bij het hotel. We maken een wandeling langs de highway om even de benen te strekken en als we terug komen beginnen we aan de maaltijd. We hebben lekker heel de dag zonnig weer gehad dus de rit was niet onplezierig, alhoewel het wel een stuk koeler is geworden nu. We brengen de avond door zoals gewoonlijk en denken nog niet aan de dag van morgen...

(Bij gebrek aan foto's vandaag een paar plaatjes van Google Earth - de foto van Rolleston moet ik nog opzoeken)


English version


We had a nice quiet night and slept fitfully. The rain had cooled down the atmosphere considerably so we kept under the blankets again. After our usual early morning chores and topping up of the pantry we left. The plan was to head for Theodore, but before we hit Springsure we changed our mind and wanted to go to Carnarvon Gorge. We didn’t know then that we would never made it to the Gorge… We had a cuppa just before Springsure at the Virgin Rock Rest Area (nr. 424, S24 05 38, E148 05 49) and took the turn off towards Rolleston to make for the Carnarvon Developmental Road leading to Carnarvon National Park. Already at Emerald we had noticed a warning sign that there would be water over the road near Rolleston. That wasn’t really unexpected after the rain we’d had the last days. Not long, but plenty. And to our surprise we discovered it was at the exact spot where we’d hit the same problem some 10 years ago. This time I haven’t been able to take pictures, because I was driving, but I should still have the pictures from back then. We happened to be going in the opposite direction then, the water level was higher, the stretch of water longer and it was very fast flowing. Back then the crossing was a lot riskier in our little Daewoo, so now we weren’t as nervous in our more powerful bus and we had no problem crossing safely at all. However, we started to wonder of the idea of going to Carnarvon Gorge was such a good one, because for a large part it’s a dirt road and before you enter the Gorge you have to pass a dip which almost always has water in it safe for the driest periods. Although, in the end we didn’t need to worry about it, because at roughly 40km before the turn off, when we had lunch along the highway, we realised that we had forgotten to check the fuel level in Springsure or Rolleston and with what was left we would be lucky to even get to Injune, let alone making the extra 100km roundtrip to the Gorge. Anyway, while I am typing this we are on the last 40km to Injune and Frank is worried that we’re not going to make it. By the time we search on the GPS for the nearest petrol station is still 27.9km away. We double-check again and then it’s 12.9km to go. We’re counting down… 7.5km… 3.5km… 2… within walking distance… and… yes, we make it! When we arrive at the pump there is just 3L of diesel in the tank. How did we do it??? And, what a relief!!! Well, we’ve learned our lesson. From now on we both keep a regular check on the petrol gauge. After filling up we have a quiet cuppa and then drive on to our next stop for the night. We’re too late now for the one we had in mind as an alternative to Carnarvon Gorge, so we keep going towards Roma and head for Mitchell in westerly direction. At Muckadilla Creek (nr 649, S26 35 06, E148 23 07) we find a stop for the night at the hotel. We go for a walk along the highway to stretch our legs and prepare dinner when we return. The sun has been out all day and it is quite pleasant again, albeit a lot cooler too. We spend the evening as usual and don’t worry about tomorrow…

(For lack of photographs today just a few pictures from Google Earth - the picture from Rolleston will follow later

5 september 2010

Doordat ik veel gereden heb en ook nog eens vergeten was de batterijen op te laden heb ik gisteren (maandag 5 september) mijn journaal niet bijgewerkt. Het was overigens een rustige dag en er valt dan ook niet zo erg veel te vertellen. ’s-Nachts zijn we een tijd wakker geweest, omdat er veel ‘gezongen’ en geschreeuwd werd door jongelui die of aan de drugs waren, of teveel gedronken hadden. We hebben dus lekker lang uitgeslapen en er een echte zondagmorgen van gemaakt met uitgebreid ontbijt. Dat het vaderdag was waren we ons helemaal niet van bewust! Omdat het erg bewolkt was en het risico om nat te worden tijdens een wandeling door de stad te groot, zijn we naar de ‘gemfields’ gereden. Sapphire en Rubyvale (evenals Emerald dus allemaal namen van edelstenen) liggen niet zo ver van Emerald af, dus dat was een rit die best te doen was op een dag. Gelukkig was ik weer fit, dus heb ik weer plaatsgenomen achter het stuur. We hielden het uiteraard niet droog, maar erg veel regen hebben we ook niet gehad. Het was net om te doen. In Sapphire hebben we koffie gedronken (nr 332, S23 27 57, E147 43 13) en hebben wat rondgereden. Ook zo evenlater in Rubyvale, waar we ook uitgestapt zijn en een kijkje genomen hebben in een van de winkels waar ze edelstenen verkochten. Niet dat ik wat nodig had!!! Kijken is echter ook leuk. Het waren wel heel echte mijnstadjes, zo ongeveer als Lightning Ridge, waar individueleen een claim aanschaffen en gaan zoeken. Ook toeristen kunnen er ‘wassen’ of een zak ‘wash’ kopen. Het ‘wassen’ best aat uit het vullen met een ondiepe schaal met ‘wash’ (fijn zand en grind) die je dan met water bijvult en gaat wassen, dwz het fijnste spul dat bij het omroeren (zachtjes al draaiend schudden) omhoog komt drijven wordt eruit gegoten. Zo ga je door tot je op het laatst nog wat grover spul over hebt en hopelijk zit daar dan een edelsteen bij. Wij hadden dat al eens gedaan, dus beperkten we ons deze keer tot rondkijken. Evenzo met een rondleiding door een oude mijn. Er is genoeg bekijks en het viel ons op dat je in deze plaatsjes absoluut geen goedkeuring schijnt nodig te hebben van de gemeente om wat dan ook te bouwen. Ik wilde de mensen niet in verlegenheid brengen, maar een groot aantal bouwsels (het verdiende de naam van ‘huis’ niet eens) waren een foto waard geweest. Maar goed, dat is van oudsher zo ontstaan en is normaal voor deze regio. Vele mensen wonen er ook maar tijdelijk of een bepaalde tijd van het jaar en sommigen hebben nagenoeg geen bezittingen. Leven alleen maar voor de droom van het vinden van die ene....



Short impression of the gem fields:

















Maar laat ik verder gaan. Na deze interessante rondrit zijn we teruggegaan naar Emerald en hebben een drankwinkel gezocht (ja, we willen nu eenmaal ons ‘natje’ en ons ‘droogje’ hebben op zijn tijd) en zijn even midden in de stad gestopt voor lunch. We hoopten dat de donkere wolken over zouden drijven, maar dat deden ze niet, dus een wandeling door de stad zat er niet in. We hoopten ons ‘oude’ plekje weer te kunnen bezetten bij de Botanical Gardens, iets wat ons na een tweede poging gelukte, omdat er toen een wagen weggereden was en de plek vrij kwam. BB (Boze Buurman) was daar echter niet zo happy mee en beklaagde zich dat we “steeds maar langs kwamen rijden” Nou ja, zijn probleem. We hebben de stoelen buiten gezet, en zijn heerlijk in het alsnog doorgekomen zonnetje gaan zitten. Ondanks de hitte heb ik zelfs nog kans gezien om het voorpand van een doopjurkje (in miniatuur) af te breien.

Tegen etenstijd trok het echter weer helemaal dicht en kwam er een koude wind opsteken, zodat we snel naar binnen zijn getogen. Net op tijd, want het begon te hozen vergezeld van weerlicht. Het is de verdere avond niet meer droog geworden. Nadat Stephan gebeld had voor Vaderdag belde ook Gerben op en tijdens het gesprek voede Frans letterlijk nattigheid. Bij nadere inspektie bleek dat we een flink lek hadden, recht boven zijn bed! Hij heeft er toen maar een emmertje onder gehangen en het is ons toch gelukt verder de boel droog te houden gedurende de nacht. Na het kijken van de DVD en het checken van email was er niet veel meer over van mijn batterij, dus heb ik het bijwerken van mijn journaal gelaten voor wat het was en ben ik met een mooi boek en een lekker glaasje naar bed gegaan.

English version


Since I’ve been doing a lot of the driving and had forgotten to recharge the batteries I haven’t been able to update my journal yesterday (Monday 5 September). Actually, it was a quiet day and not much to write about. We had a very short night, thanks to some yelling and ‘singing’ that was going on by some youth, either drunk or high on drugs. So we slept in and had a nice Sunday morning breakfast, not even realising it was Father’s Day! We decided against a walk through Emerald, because it was overcast and threatening with rain, so we drove to the gem fields instead. Sapphire and Rubyvale are within easy reach and since I felt fine again I drove the first bit. We encountered a bit of rain at first, but not too bad. We had morning tea in Sapphire (nr 332, S23 27 57, E147 43 13) and drove around a bit. Then we went on to Rubyvale for a bit more sightseeing and we stopped at one of the gem shops. Not that I needed anything, but I like window shopping. As could be expected, they’re real mining towns, roughly like Lightning Ridge, where you can stake your claim and go in search for gems. Of course, there is a tour through one of the mines and ‘washing’ for gems for the sake of tourists. We’ve done it before, so we skipped that bit and just had a bit of a sticky beak. Knowing they are real mining towns we shouldn’t have been surprised by the kind of dwellings we saw. They don’t deserve the name ‘houses’, because I am sure most of them didn’t adhere to council regulations or had never even had an original building plan. I didn’t want to embarrass the people, but it would have been great to get some pictures of some of the hovels. But then, that’s what a mining town like that is all about and that’s how they grew from nothing. Besides, there are people that don’t live there all year around and others that don’t care about personal belongings. They live only for one thing and that’s their dream: to find that elusive big one…


But, let’s not dwell on the mining towns. After this most interesting trip we returned to Emerald and went in search for a liquor shop (yes, we like our ‘drop’ from time to time) and stopped in the town centre for lunch, hoping that the clouds would disappear and we could go for a walk. Unfortunately that didn’t happen so we returned to the Botanical Gardens in the hope that we could take our ‘old’ spot again. We were lucky, only after a second drive by, when we saw a car leave. Frank went to say hello to our neighbour again, but he wasn’t very cordial and told him that he was distinctly unhappy about us driving past all the time. (Twice in all!!!) Okay, that’s his problem, not ours. We got our chairs and sat down under the awning in the late afternoon sun that had appeared in the sky. Even though it was hot and steamy I have managed to do some knitting and finished the front of a christening gown (in miniature).


Towards dinner time the clouds really started closing in again and a cold wind started blowing, so we disappeared inside. Just in time, because it started bucketing down and the sky was lit up from time to time. This lasted the whole night. After Stephen had rung Frank to wish him Happy Father’s Day and not until Kevin rang for the same reason Frank started to realise he was getting very wet. On closer inspection we discovered a serious leak over his bed! Never mind, we have managed to keep it dry with a bucket hanging from the curtain rods, so he could sleep without a problem. After we watched the DVD and after I had checked my email not much was left of my laptop battery, so I skipped updating my journal and went to bed with a good book and a glass of red.

Saturday, September 4, 2010

4 september 2010

Na een nachtelijk buitje is het tegen de ochtend weer opgeklaard en worden we door het zonnetje begroet. Het is zulk lekker weer dat we besluiten om maar buiten te ontbijten. We nemen er ons gemak van, alhoewel we rekening moeten houden met een rit van 4 uur, want we willen naar Emerald gaan. Emerald ligt ten westen van Rockhampton en niet, zoals ik eerder vertelde, ten zuid-westen van Townsville.

We nemen de Scenic Highway via Emu Park. We zijn daar al eens eerder geweest en zagen toen tal van rood-staartige zwarte kaketoes, maar deze keer hebben we niet zoveel geluk. Waarschijnlijk is het daarvoor de verkeerde tijd van het jaar, want er zijn geen half rijpe denneappels waar ze zo dol op zijn. We drinken ons kopje koffie aan het water en maken nog even een korte strandwandeling. Frans ontdekt minuscule schelpjes waarvan ik meteen een handvol van verzamel voor mijn miniaturen.





Dan gaan we weer op weg naar Emerald via Rockhampton. Het is een lange, rechte weg, dus makkelijk te rijden. Je kan wel zien dat we weer het binnenland ingaan en nu echt wat meer landelijk, want we zien de eerste ‘road trains’, alhoewel nog niet de hele lange. We komen door Duaringa (nr. 321, S23 43 17, E149 40 20) waar we lunchen op een hele uitgestrekte stopplaats we al erg veel campers en caravans staan. We tanken en dan neem ik het stuur over voor het laatste stuk.





We komen laat in de middag in Emerald aan en het is er benauwd warm. We hebben onderweg al wat regen gehad, maar gelukkig is het op het moment nog droog. We halen wat boodschappen en ook koop ik een koel shirtje, want ik had eigenlijk niet echt op dit soort weer gerekend. Ik heb toch nog te warm spul bij me voor iets koeler weer. Om vier uur vinden we een stopplaats bij de Botanische Tuinen (nr. 329, S23 31 49, E148 09 59). We bellen de kinderen in Melbourne om een beetje bij te praten en daarna maken we nog even een korte wandeling in de Tuinen, maar niet voor lang, want binnen de kortste keren vallen de eerste druppels en niet lang erna komt de regen met bakken uit de hemel.







We spenderen de rest van de avond dus maar binnen en houden onszelf bezig tot het tijd is om naar bed te gaan.

English version

After a brief shower during the night the weather has cleared again and we are greeted by the sun. It’s such nice weather we decide to have breakfast outside. We’re taking it easy, although we have a 4 hour drive ahead of us today, because we want to head for Emerald to the west of Rockhampton and not south-west of Townsville as I mentioned in an earlier post.

We are taking the Scenic Highway via Emu Park. We’ve been there in the past and encountered the red-tailed black cockatoos, but we’re not so lucky this time. Probably the wrong time of the year, because there are no cones in the pine trees of which they are so fond. We have morning tea on the water anyway and go for a short beach walk. Frank discovers very tiny shells, so I collect a handful for my miniatures.

Then we’re on our way again, passing through Rockhampton on our way to Emerald. The drive is straightforward, one long stretch of road. You can tell we’re going inland again and are heading for the country. We see the first road trains, although not yet the real big ones. We pass through Duaringa (nr. 321, S23 43 17, E149 40 20) where we have lunch at a huge rest stop which we share with numerous other vehicles. We fill up with diesel and I take over the driving for the last stretch.

We arrive at Emerald late in the afternoon. It’s hot en steamy. We have had some rain on the way, but it’s dry for the moment. We do some groceries shopping and I buy myself a new shirt, because I hadn’t reckoned with this kind of weather. The ones I took with me are still for some cooler weather. At 4pm we find a spot at a rest stop near the Botanical Gardens (nr. 329, S23 31 49, E148 09 59). We ring the children in Melbourne to catch up with them and afterwards we go for a short walk to the Gardens, but not for long, because it starts spitting a bit and not before long it’s hosing down, so we spend the rest of the evening inside and keep ourselves occupied until it’s time to go to bed.

3 september 2010

Goed geslapen, maar nog steeds geplaagd door hoofdpijn, dus desondanks kom ik vandaag niet tot veel aktiviteiten toe. Frans verricht eerst wat kleine werkzaamheden voor we vertrekken. De kattebak van Misty valt steeds om, omdat ze op de rand gaat zitten. Die wordt vastgezet aan de vloer, dus dat probleem is opgelost. Ook de nieuwe stoel aan de passagierskant zit niet goed vast. Een paar langere schroeven doen het en we voorkomen daarbij grotere problemen bij een eventuele aanrijding.

Dan vertrekken we. Het aantal caravans op de ruststop is al gehalveerd. De meeste vertrekken vrij vroeg. Wij om 9 uur. Ook voor ons aan de late kant. We stoppen voor koffie in Biloela (S24 23 59, E150 29 41) en voor lunch in Bouldercombe, even voorbij het mooie oude mijnplaatsje Mount Morgan, waar we in het verleden verscheidene keren overnacht hebben in een cabin op het caravan park. Dan krijgen we het mooiste gedeelte van de rit. De tocht leidt naar beneden met een veel-draaiende weg en het uitzicht is fantastisch. We kunnen kijken tot aan Rockhampton, en dat is nog heel wat kilometers te gaan.

Frans rijdt nog steeds, ik ben tot niet veel in staat. Op weg naar onze eindstop, Yeppoon, komen we door Rockhampton en passeren we de Tropic of Capricorn (Kreeftskeerkring?). We kunnen merken aan de temperatuur dat we nu toch echt een stuk noordelijker zitten. Even na lunchtijd arriveren we in Yeppoon alwaar we ons inboeken op de camping ‘Cool Waters’ (nr. 100, ong. S23 12 18, E150 47 20). Een mooie 4-sterren camping van ong. 150 acres mooi aangelegde gronden en gedeeltelijk ongerepte natuur. Het ligt zowel aan een meer als aan zee, dus water in overvloed. We gaan gezellig even buiten zitten en ook Misty is weer van de partij in haar ren. Ze is nu een beetje gewend en is vrij rustig.

Aangezien ik het raar vind dat mijn hoofdpijn nog niet weg is heb ik me bedacht dat ik misschien te weinig beweging heb met al dat zitten in de camper. We besluiten een strandwandeling te maken, al komen er wat donkere wolken aanzetten. Dat was een goede beslissing. We houden het droog en ik kom als herboren weer terug.









birds on the beach




We koken een hapje en kijken daarna naar nog een aflevering van ‘De Tudors’ en ook nog even naar de DVD van de walvissen. Zo kunnen we die gezellige dag nog een keertje beleven. Om 9 uur is het al helemaal stil, zoals gewoonlijk, dus duiken ook wij ons bed in.

English version

I have slept well, but my headache is still present, so I don’t expect to be very active today. Frank does some minor maintenance. Misty’s litter tray keeps falling over, because she insists on sitting on the edge, so he finds a way to attach it to the floor. Also the seat on the passenger’s side needs to be re-attached with longer screws. That done we can leave. The number of caravans around us has already halved in the meantime. Most people tend to leave early. We leave at 9am, which is a tat bit late for us too. We stop at Biloela (S24 23 59, E150 29 41) for morning tea and at Bouldercombe for lunch. Bouldercombe is just past Mt Morgan, a dainty old mining town where we have stayed in a cabin at the caravan park a few times in the past. Then we reach the most scenic part of our drive. A long road winds down to the valley and the view is fantastic. We can see all the way to Rockhampton, which is still quite a number of kilometres away. Frank is still doing the driving as I am still not feeling well. On our way to Yeppoon, our stop for the night, we pass through Rockhampton and also cross the Tropic of Capricorn. We definitely notice the difference in temperature up north. Just after lunch time we arrive at Yeppoon and book for the night into the caravan park ‘Cool Waters’ (nr. 100, approx. S23 12 18, E150 47 20). This beautiful 4-star caravan park of roughly 150 acres beautifully manicured gardens and natural surrounds is situated on a lake as well as close to the ocean. We install ourselves under the awning for a relaxing afternoon and Misty gets her spot in her pen. She is now getting used to it and no longer nervous like in the beginning. I am still mystified about my persistent headache and wonder if I have had enough exercise over the past few days. Sitting all day can’t be healthy, so we decided to go for a beach walk even though the sky is darkening with heavy clouds. We had the right idea. The rain holds off and I am feeling refreshed and the headache has disappeared. We cook our evening meal and afterwards watch ‘The Tudors’ and the whale watching DVD. It’s nice to experience that wonderful day again. At 9pm it’s gone quiet all around us, so we call it a day as well.

Thursday, September 2, 2010

2 september 2010

We hebben nogmaals een minder goede nacht achter de rug. Frans probeerde om Misty te verbannen naar het voorste gedeelte van de camper, maar de dame wist toch te ontsnappen. De hele nacht heeft ze doorgebracht met rond te springen over onze bedden van raam naar raam om alles buiten toch maar goed bij te houden. Als ik eindelijk op sta is mijn hoofdpijn er niet beter op geworden en dus lijkt het erop dat ik vandaag niet veel achter het stuur zal zitten. Gelukkig rijdt Frans graag, dus is het niet zo’n probleem. Het is trouwens weer een prettige rit. Het is fantastisch mooi weer en we hebben onze winterkleding dus maar voorgoed opgeborgen.. De zon staat aan een wolkeloze hemel. Het is september en de acacia’s staan in volle bloei. Best een paar foto’s waard. Het is een fantastisch gezicht zoals ze hier en daar met hun mooie gele kleur de velden met droog gras opsieren en in volle glorie lans de wegen staan.





Het is hier erg heuvelachtig en behalve een enkele caravan zie je niet veel verkeer op de weg. Ook geen grote trucks. Nu ik er over denk, de ‘grijze nomaden’ zijn volgens mij uit in grote getalen, want campers en caravans zijn eigenlijk het enige wat je hier ziet rijden.

We rijden door Mundubbera and Eidsvold. Het laatste is een gezellig landelijk stadje waar we onze boodschappen doen en waar we ons kopje koffie nuttigen aan de rand van een golf course. We nemen nog wat brandstof in en rijden richting Monto waar we een ‘dump station’ hopen te vinden waar we ons toilet kunnen legen. Helaas zijn de openbare toiletten in Eidsvold ook nog eens afgesloten dus voor een volgende noodstop zullen we naar een benzinestation moeten.

We kijken eens in onze ‘bijbel’ en daarin vinden we een dump station in Monto, dus dat is dat. Ons plan is om vandaag Biloela te bereiken, maar dat komt er niet van. Kort na Monto is het lunchtijd en we draaien een ruststop in een eindje van de weg af: Coominglah Range Rest Area (nr. 447; S24 47 36, E150 59 04). Aangezien we kort na 12 uur aankomen is het er nog lekker rustig en daarom lijkt het ons wel wat om hier te overnachten. Mijn hoofdpijn is intussen verdwenen, dus geen zorg meer daarover. We lunchen en dan gebeurt het: Caravan na caravan en camper na camper arriveert! Tegen een uur of vier is het zo druk dat mensen die dan nog arriveren moeite hebben om nog een vrij plaatsje te vinden. Daar gaat onze rust! Wel, dat hebben we dus snel door. Denk niet dat het een rustige plaats is, omdat het rond lunchtijd nog niet druk is. Nou ja, het is er gezellig en we vermaken ons best. Frans heeft zoals gewoonlijk zijn puzzelboek en ik kan zelfs wat gaan zitten knutselen. Ik ben een breiwerkje begonnen in 1:12, dus daar ben ik wel een tijdje zoet mee...




English version

Another one of those nights! Frank tried to ban Misty from the main body of the camper, but to no avail. She still manages to get through the barrier and joins us again, hopping from window to window and in doing so walking all over us and keeping us awake for a good part of the night. When I do wake up in the morning my headache is worse then ever, so I don’t think I’ll be doing a lot of driving today. Luckily Frank enjoys driving, so it’s not too bad. It’s quite an enjoyable drive again. The weather is just beautiful and we have now definitely packed away our jeans and jumpers. It’s September and the wattles are in full bloom. It’s worth a picture or two. They look magnificent in their yellow splendour dotted across the fields of dry grass and lining the roads. The countryside is hilly and the roads quiet for the occasional caravan. No big trucks. Come to think of it, the ‘grey nomads’ must be out in full force, because campers and caravans are just about the only traffic that we come across.

We drive through Mundubbera and Eidsvold. The latter is a pretty country town where we get some groceries and have our morning tea alongside the golf course. We top up fuel and head towards Monto where we hope to find a dump station for our toilet. Unfortunately the public toilets in Eidsvold were locked so the next sanitary stop will have to be at a petrol station.

We check our ‘bible’ and in Monto we should find a dump station, which we do. So that’s one thing less to worry about. Our plan is to reach Biloela today, but that isn’t going to happen. The first stop after Monto it’s time for lunch so we pull into a rest stop off the road: Coominglah Range Rest Area (nr. 447; S24 47 36, E150 59 04). As we have arrived shortly after midday it’s pretty quiet and therefore we decide to stop over for the night and have a relaxing day without too much driving. My headache has disappeared by then, so nothing to worry about. We have lunch and then it happens: Caravan after caravan and camper after camper arrives! By four o’clock it’s so busy that for new arrivals it’s hard to find another spot. So much for a bit of peace and quiet. We’ve learned that one quickly. Don’t judge a spot because it’s still quiet at lunch time. Anyway, it’s pleasant out here and we enjoy our day. Frank has taken out his crosswords book as usual and I can even do some craft work. I have started some knitting in 12th scale. That will keep me busy for a while…

1 september 2010

Voor ik mij journaal voor vandaag begin even nog een paar foto’s van gisteren. De eerste is van Misty zoals ze gewoonlijk op het dashboard voor het raam naar buiten zit te kijken.



Ze houdt graag alles bij. En als ik dan toch foto’s aan het maken ben... Nog eentje van de camper. Frans zit op zijn laptop de foto’s van de dag te bekijken.


En dan nu verder met de posting van vandaag:

Het is woensdag vandaag en we rijden weer verder. Stel je verwachtingen echter niet hoog vandaag, want Frans heeft slecht geslapen (Misty hield hem heel de nacht wakker) en bij mij kwam na het ontbijt de hoofdpijn weer eens opzetten (Hoofdpijn en ik zijn sinds ik klein was vrij constante makkers geweest).
Maar goed, we laten ons niet kisten en na een frisse douche om goed wakker te worden gaan we op weg. We besluiten weer een beetje het binnenland in te gaan terwijl we in noordelijke richting blijven reizen. Eerst rijden we een rustige binnenweg, vandaar via de Bruce Highway naar Childers en dan nemen we de minder drukke Burnett Highway. Langs zulke minder belangrijke hoofdwegen vind je niet zoveel rustplaatsen, dus stoppen we ergens halverweg gewoon op een vlak stuk grind langs de weg en drinken daar ons kopje koffie. Daarna gaat het door via Biggenden en Gayndah tot we even later onze geplande ruststop hebben gevonden voor de nacht: Claude Wharton Weir (nr 460; S25 36 48, E151 35 36). Vandaag hebben we slechts drie uur gereden. Meer dan genoeg. We hebben geen haast.

Het is overigens een mooie rit. We zien nog enkele ananasplantages en ook rijden we al heel veel tussen het suikerriet door, dat deze tijd van het jaar al vrij hoog staat en je op die manier een groot gedeelte van het uitzicht beneemt. Dat kan heel verschillend zijn, want het ligt er aan welke tijd van het jaar je hier rijdt. Als de velden kaal zijn lijkt het natuurlijk allemaal veel ruimtelijker en vroeger was het geen pretje om te rijden als er geoogst was, want dan werd dat wat nog op de velden stond verbrand en reed je kilometers door een rookgordijn. Gelukkig is die methode verleden tijd en worden de restanten vergaard en verkocht als ‘mulch’.

De ruststop is niet onplezierig en ligt weer aan het water. Het is er redelijk rustig en het is ook geen grote plaats. Veel caravans en campers stoppen er, maar zien dat er geen plaats meer is, dus rijden weer door. Het lijkt erop dat het een populaire plek is, bekend bij de vele ‘grijze nomaden’.

Het is nog steeds lekker weer. De zon schijnt en we hebben ons onder de markies geinstalleerd in korte broek en T-shirt. Na de lunch rusten we een beetje en luieren ook gedurende de rest van de middag.

English version



Before I start today’s journal I have a few more pictures from yesterday to show. The first one is of Misty. She likes to station herself on the dashboard and to keep an eye on what’s going on around her. Since I am taking pictures anyway, here is another one for good measure. Frank in front of the camper checking out today’s pictures. Next follows today’s posting:


Wednesday, and we are on our merry way again. Don’t expect a lot of excitement today. Frank had a bad night, because dear Misty kept him awake all night long and I developed a headache shortly after breakfast. (Headaches have been my frequent companions since childhood)

Anyway, not daunted by all that, we go for a shower to freshen up and are on our way. We decide to go back inland a bit and keep travelling north. First via a quiet country road, then to Childers via the Bruce Highway and left again via one of the minor highways: The Burnett Highway. As you don’t find the usual rest stops or picnic areas along those kinds of highways we stop on a bit of levelled out gravel along the road and have our morning tea. We pass through Biggenden and Gayndah and shortly after we find our designated rest stop for the night: Claude Wharton Weir (nr 460; S25 36 48, E151 35 36). We’ve only been on the road for three hours today, which is more then enough. We’re not in a hurry to get somewhere.

All in all it’s a pleasant drive. We see a few more pineapple plantations and plenty of sugarcane which has grown quite high this time of the year and limits our view. Naturally it depends very much what time of the year you drive past those fields. When they’re bare one can see for miles. Luckily burning off is no longer practiced. In the past the fields were burned off and caused a curtain of smoke. Nowadays what is left of the sugarcane after harvesting is collected and sold as mulch.

The rest stop is not an unpleasant spot on the water again and reasonably quiet. It’s not a big place either and lots of caravans and campers stop over only to find there’s no room for them. So it seems to be quite a popular spot that many of the grey nomads seem to be familiar with.

The weather is still fine. The sun is out and we’ve installed ourselves again underneath the awning in shorts and T-shirts. After lunch we have a bit of a rest and while the afternoon away.

Wednesday, September 1, 2010

31 augustus 2010

Waar begin ik met mijn verhaal over vandaag. Dit was niet slechts een dag met een gouden randje, het was een gouden dag! Maar goed, laat ik beginnen bij het begin: Om half 8 staan we klaar aan de ingang van het caravan park en arriveert de shuttle bus. We zijn de eersten die opgehaald worden, dus de verdere rit is vooral sightseeing door de straten van Hervey Bay, totdat iedereen er is en we naar de haven rijden. Het weer, eerst zonnig, wordt er wisselvallig en vrij bewolkt. We houden ons hart vast, daar er vandaag buien voorspeld worden. We zien wel. Daar valt toch niet veel aan te veranderen.

Bij aankomst aan de haven ligt de boot al op ons te wachten en, eenmaal aan boord, kan ieder zichzelf meteen voorzien van een kopje koffie met wat lekkers erbij.


Al snel vertrekken we en voordat we goed en wel het diepere water van de baai bereikt hebben zien we onze eerste walvissen.


 Het is toch weer een hele belevenis, al hebben we dit al eens meegemaakt. Ook de zon laat zich af en toe weer even zien, dus het lijkt erop dat het best nog een aardige dag kan worden.


En wat voor een dag! Vanaf deze eerste walvissen blijven we ze volgen (of zij ons...).


Bijna geen ogenblik zijn we meer alleen. Ze zwemmen in paren of soms wel met een stuk of vijf bij elkaar. Zitten elkaar achterna, rollen om, maken duikelingen of slaan met hun vinnen op het water.




Wat een machtig gezicht.

De boot mag officieel niet dichter bij dan op 20m afstand, maar wat weerhoudt een walvis ervan om wel dichterbij te komen? Inderdaad, niets! Dus hebben we heel wat opnamen vlak bij de boot. Het moet gezegd worden, deze operatie doet niets ten kwade aan de walvissen. Er zijn veel toerboten, maar wij zien geen enkele andere in onze omgeving.

De kapitein speurt naar de walvissen, maar achtervolgt ze niet, noch snijdt hij hun de weg af. Als hij ze ziet zwemmen probeert hij slechts langszij te komen en met hen mee te varen. Zo krijg je ze dus toch heel duidelijk te zien.


En als je dan enkele heel nieuwsgierige walvissen op de boot af ziet komen en ze gaan langszij en steken hun kop uit het water alsof ze je goedendag komen zeggen, dan kan je dag niet meer stuk!


Het is een onbeschrijfelijk gevoel dat je niet in woorden kunt vatten.

Ze rollen op hun rug met hun witte buik naar boven en glijden zo onder de boot door naar de andere kant, waar ze weer hun kop boven water steken en af en toe een pluim lucht uitstoten.

 



Ongelooflijk. Dit spektakel gaat door tot zelfs tijdens de lunch. We zijn dan al enkele uren vermaakt door hen.




De lunch mag er trouwens ook wezen.



Heerlijke salades, koude kip en ham en een assortiment vers fruit na. Genieten dus. Ook het weer is een stuk verbeterd. De zon schijnt volop en het is heerlijk op het water.

Na de lunch zien we ook nog dolfijnen, alhoewel we die ook al eerder in de ochtend hadden gezien. Doch, deze twee spelen met de walvissen, die hen achterna zitten.


Wat een spektakel. Onder de boot door, achter de boot langs, voor de boot langs, op en neer. Ze krijgen er geen genoeg van en het is een waar mirakel om twee zulke diersoorten met elkaar te zien spelen.




Frans en ik hebben veel foto’s gemaakt, maar op een gegeven moment wil je gewoon kijken en genieten. We hebben dus niet alle capriolen vastgelegd, maar dat mag niet hinderen. Trouwens, de hele tocht is op beeld vastgelegd en aan het eind konden we een DVD kopen, zodat we thuis nog eens op ons gemak na kunnen genieten.

Dat eind van de tocht kwam dan ook veel te snel. Om 1 uur moest de terugtocht worden aangevangen om om half 3 weer terug in de haven te zijn, dus een dik 1-1/2 uur terug varen.

Je bent dan nog niet eens helemaal op de open zee geweest, want de baai is enorm groot en wordt beschermd door het grote zand eiland, Fraser Island. Vandaar ook dat dit de beste plaats is om deze walvissen (de Humpback Whales – ik weet zo gauw niet de naam in het Nederlands) te zien. Ze rusten hier uit en spelen wat op hun grote tocht van het zuiden, dichtbij de zuidpool, naar het noorden, bij Cairns.

In het zuiden eten ze voor het laatst (ze voeden zich daar met kril) voordat ze vertrekken naar het warme noorden waar de kleintjes geboren worden. Op de terugweg leggen de moeders met de baby’s ook vaak aan in de baai, om uit te rusten en daarna hun tocht weer te vervolgen. De terugtocht met de baby’s wordt echter wat later in het seizoen aangevangen. Ik geloof zo ongeveer in oktober.

Enfin, dit mag dan een korte vakantie zijn waarvan ik dacht dat er niet veel opzienbarends te vertellen zou zijn, maar ik had dus geen rekening gehouden met onze onverwachte plannen! Wij zorgen zelf wel voor onze verrassingen!

Verder is er niet zoveel mee te delen. We waren weer in de haven voor we het wisten en ook de bus zette ons weer in een ommezien af op de plaats van bestemming. We hebben nog even boodschappen gedaan, wat geluierd buiten in het late namiddag zonnetje en hebben alle foto’s bekeken die we hebben genomen. Verder heb ik uiteraard aan dit verslag gewerkt en vanavond wordt het weer uitrusten bij het vervolg van ‘De Tudors’, want we hebben nog heel wat afleveringen te gaan... Ik zei het al eerder: een gouden dag!

English version

Where do I start with today’s posting? This wasn’t just a day with a golden lining, it was a golden day! Let me tell you about it: At half past 7 we’re ready and waiting for the shuttle bus to pick us up. We’re the first ones on the bus, so before we have collected everybody we’ve done our share of sightseeing in Harvey Bay, after which we head towards the harbour. The weather, sunny at first, changes quickly from cloudy to overcast. We’re a bit weary, because the forecast is for showers. Well, let’s just wait and see. Nothing much we can change anyway.

On arrival the boat is waiting and when on board we’re invited to get ourselves a nice morning tea. Shortly after we leave and we have hardly cleared the shallows or we see our first whales. Again we marvel at the sight, even though we’ve seen them before. Even the sun shows again on and off and it seems we could be in for a fine day after all.

And what a day it is! From then on we keep following the whales (or they us…). Not for a moment we’re without their company. They swim in pairs or even in pods of five. They chase each other, roll over, jump up out of the water or wave their pectoral fins in the air and slap them on the surface of the water. What a sight for sore eyes!

Officially no boat is allowed closer than 20m to the whales, but what keeps a whale from coming closer by? Indeed, nothing! So, we have lots of exposures of them close to the boat. Still, the whole operation of whale watching doesn’t do them any harm. There are many tour boats, but we don’t see any of them near us.

The captain searches for the whales, but does not chase them, nor does he cut them off. When he sees them he tries to stay alongside and keep up with them. It’s the best way for us to view them anyway.

Oh, and when a few of those trusting, curious whales close in on the boat and stay alongside, poking their heads out of the water as to say ‘hello’, that makes your day! Words can’t describe what you feel at a moment like that.

They roll over, showing their white bellies, and glide underneath the boat to the other side where the poke their heads out of the water again and release a plume of air. It’s unbelievable. This spectacle lasts even through lunch. By then we have had hours of entertainment.

Lunch isn’t bad either: scrumptious salads, cold chicken and ham and an assortment of fresh fruit for desert. It can’t get any better than that. Also, the day has turned out fine by then. The sun is shining and it’s beautiful on the water.

After lunch the dolphins which we had seen earlier in the morning, are back as well. However, now two of them play with the whales who give chase. What a spectacle. They dive and chase underneath the boat, behind it and under the bow, again and again. They can’t get enough and it’s a real miracle to see two such different species playing with each other.

Frank and I have taken numerous pictures, but after a while we had enough and wanted to just watch and enjoy. So we haven’t recorded all of their cajoling, but does it matter? Anyway, the whole tour has been recorded by staff on the boat and at the end we were able to by a DVD, so we’ll be able to enjoy the whole trip again at ease when we’re home again.

The end of the trip came far too soon. At 1pm we had to head back to be in the harbour again by 3:30, so we still had 1-1/2 hour to go.

On a tour like this you don’t even go out into the open waters. The bay is enormous and protected by the big sand island, Fraser Island. This is one of the reasons why this is the best place to see the Humpback Whales. They come into the bay to have a rest and a play on their big trip from the south, near Antarctica, to the north, near Cairns.

In the south they eat for the last time (they feed on krill) before they start their trek to the warm northerly waters where the babies will be born. On the way back the mothers and babies return to the bay for a rest before they make their way back all the way to the south again. The return trip with the babies happens a bit later in the season. We don’t see them at the present.

Well, this may be that short holiday of which I didn’t expect a lot of excitement, however, I had not reckoned with our unexpected change of plans! We create our own surprises!

And that’s about it for today. We arrived in the harbour before we knew it and the bus dropped us off at the caravan park in no time. We did some groceries shopping and sat outside in the afternoon sun going through all the pictures we had taken during the day. Of course I prepared this posting and tonight we’re going to relax with a further instalment of ‘The Tudors’. We’ve got plenty to go… And as I said before: it was a golden day!